Advocaat Zegveld niet vervolgd voor uitspraken treinkaping
Advocaat Liesbeth Zegveld wordt definitief niet vervolgd voor uitspraken die zij heeft gedaan over het optreden van mariniers bij de beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977. Het Openbaar Ministerie besloot dat medio vorig jaar al, maar daarop spanden de mariniers een procedure aan om alsnog tot vervolging te dwingen. De beklagkamer van het gerechtshof in Amsterdam heeft dat nu afgewezen.
Een aantal voormalig mariniers betichtten de advocaat van smaad, laster en belediging. Zij zei namens nabestaanden van twee doodgeschoten Molukse treinkapers, dat hun familieleden tijdens de bevrijdingsactie zonder noodzaak zijn gedood en dat de mariniers daarbij in strijd met de geweldsinstructie hebben gehandeld. Zegveld uitte dat standpunt niet alleen als hun advocaat in de rechtszaal maar ook in de media.
Bij zijn afwijzing van die klachten heeft het hof overwogen dat niet te verwachten valt dat de strafrechter tot een veroordeling zal komen, staat in een toelichting. „Volgens het hof vallen de gewraakte uitlatingen (of de weergave daarvan) onder de bescherming van artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens, de vrijheid van meningsuiting.”
Op 11 juni 1977 maakten mariniers en de luchtmacht met geweld een einde aan de treinkaping in Drenthe die toen al drie weken duurde. Bij die bevrijdingsactie, op last van de Staat, kwamen twee gegijzelde passagiers en zes kapers om het leven. Nabestaanden van twee van de gijzelnemers houden de Staat aansprakelijk voor hun dood.
De rechtbank oordeelde eerder al dat het gebruikte geweld tegen de kapers niet onrechtmatig was. De zaak loopt nog in hoger beroep.