De 25-jarige man mishandelde Van Cotthem op 7 januari 2000 op het NS-station Vlaardingen-Oost. Van Cotthem bezweek na twee dagen in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. Er was geen reden voor de agressie. H. en zijn vrienden waren dronken en zochten ruzie.

De 25-jarige man bekende aanvankelijk vijf keer, maar trok die verklaringen later in. Hij had volgens eigen zeggen aanvankelijk bekend omdat hij de ’ware dader’, een van zijn vrienden, de hand boven het hoofd wilde houden. Het hof geloofde deze uitleg niet en meende dat H. wel degelijk de persoon is geweest die Van Cotthem met zijn gebalde vuist een zeer harde klap heeft gegeven.

De Hoge Raad heeft zich opnieuw over deze kwestie gebogen. De raad concludeert dat het cassatieverzoek dat de advocaat van H., M. Mantz, had ingesteld, niet aan de eisen voldoet. Mantz heeft volgens het hoogste rechtscollege van Nederland niet duidelijk aangegeven welke rechtsregel het hof in Den Haag in deze zaak heeft geschonden.

H. was de enige die na zijn veroordeling door de rechtbank in Rotterdam in hoger beroep ging. De overige verdachten die om Daniel en zijn vriendin Loes heen stonden tijdens het fatale incident, berustten in het vonnis van de rechtbank. Zij kregen straffen variërend van een jaar jeugddetentie tot 3,5 jaar cel.

Mike H. heeft een uitgebreid strafblad. Deskundigen zeggen dat hij lijdt aan ernstige persoonlijkheidsstoornissen. Zij achten de kans groot dat hij zonder behandeling opnieuw in de fout gaat.

Het doodslaan van Daniel van Cotthem bracht Nederland begin 2000 in grote beroering. Na de dood van de jongeman demonstreerden 20.000 mensen in Vlaardingen.