Levenslang geëist in Baarnse moordzaak
UTRECHT (ANP) – Officier van justitie Y. Hopman heeft woensdag voor de rechtbank in Utrecht een levenslange gevangenisstraf geëist tegen de 60–jarige Paul de R. (Rijk). Volgens de aanklaagster is er een „overvloed” aan bewijs voor de beschuldiging dat De R. het in 1999 verdwenen, Baarnse echtpaar Müller heeft vermoord. Daarna heeft hij hen gedumpt in een geïmproviseerd graf op het terrein van de Baarnse kinderboerderij die hij beheerde. De maatschappij moet definitief tegen De R. worden beschermd, vindt de aanklaagster. Tbs biedt daarvoor te weinig waarborgen. Gedragskundigen hebben psychische stoornissen bij de verdachte vastgesteld, die onbehandelbaar zijn. Centraal daarbij staat een ernstige contactgestoordheid. De inhoudelijke conclusies van de gedragskundigen nam Hopman over, maar niet het advies tbs op te leggen. „De beveiliging van de maatschappij dient voorrang te krijgen boven de behandeling in het kader van de tbs”, stelde de officier. Daarbij tekende zij aan dat het niet ondenkbaar is dat De R. zijn tbs–behandelaars om de tuin zal leiden door te veinzen dat hij van zijn stoornissen genezen zou zijn. De man wist immers ook vier jaar lang de oorzaak van de verdwijning van het echtpaar Müller te verhullen, terwijl hij, nadat hij hen had gedood en begraven, zo’n beetje in hun huis woonde en hun bankrekeningen plunderde. Hopman stond uitvoerig stil bij de gruwelijkheid van het misdrijf. Zij was erbij aanwezig toen het echtpaar Müller in januari door de politie werd opgegraven, hun stoffelijke overschotten in verregaande staat van ontbinding verkerend. „Mensonterend”, zo omschreef de officier dat tafereel. De R. werd direct na de ontdekking van de lijken gearresteerd. In de periode daaraan voorafgaand heeft de politie De R. afgeluisterd en gevolgd en vastgesteld dat hij zich, vooral op de dag van de opgraving, zeer verdacht gedroeg. Hij werd uiteindelijk opgepakt in de trein, met een enkeltje Den Haag en circa 1300 euro op zak. Het politieonderzoek kwam eind vorig jaar op gang, nadat misdaadjournalist Peter R. de Vries had ontdekt dat De R. wel met de mysterieuze verdwijning van de Müllers te maken móest hebben. Na zijn arrestatie heeft De R. zich tijdens verhoren consequent beroepen op zijn zwijgrecht. Ook tijdens zijn drie dagen durende proces weigerde hij te verklaren over de moorden op Hans en Ria Müller. Wel gaf hij toe dat hij zich geld van het echtpaar heeft toegeëigend en dat hij heeft gelogen tegen ongeruste buren over de verblijfplaats van de Müllers. In het huis van bewaring waar hij na zijn arrestatie verbleef, heeft De R. niet gezwegen. Officier Hopman gebruikte de verklaring van een medegedetineerde van De R. als bewijs. Deze man heeft justitie verteld dat De R. hem heeft toevertrouwd dat hij de Müllers heeft vermoord. Dat de wijze van doden van het paar in werkelijkheid anders is geschied dan De R. zijn collega–gedetineerde heeft verteld, doet er voor de officier niet veel toe. De R. varieert wel vaker in zijn uitlatingen. Belangrijk steunbewijs vindt de officier in een oude zaak, waarbij De R. vermoedelijk de dans is ontsprongen. Het gaat om de verdwijning van de Haarlemse weduwe Tina Akersloot, in 1970. Zij is in leven het laatst in gezelschap van De R. gezien. De man trok na Akersloots verdwijning in haar woning. De weduwe is nooit teruggevonden. De politie verrichtte onderzoek, maar kon de zaak tegen De R. destijds niet rond krijgen. In een later stadium zal officier Hopman het geld terugvorderen dat De R. in de loop der jaren van de bankrekeningen van het dode echtpaar Müller heeft geplunderd. De vordering zal een kleine 160.000 euro bedragen. Volgens De R.’s advocate M. Melchers is er onvoldoende bewijs om haar cliënt voor de dubbele moord te veroordelen. Zij wees erop dat de doodsoorzaak niet vaststaat. Dit gaat vooral op voor het slachtoffer Ria Müller. Zij is vernoedelijk gestikt door tape dat om haar gezicht was gewikkeld, maar zeker is dit niet. Hans Müller is gewurgd, is uit sectie gebleken. Melcher bepleitte De R. tbs op te leggen, om hem te behandelen voor zijn stoornissen. De rechtbank doet uitspraak op 6 oktober.