Kohlbrugge riep in brede kring herkenning op
De befaamde predikant dr. H. F. Kohlbrugge (1803-1875) liet brede sporen na. Drs. M. den Admirant (91) onderzocht de plaatsen waar hij en zijn geestverwanten preekten.
Den Admirant was tot 1990 werkzaam op het Ministerie van Economische Zaken in Den Haag. Sinds 1992 maakt hij deel uit van de redactie van Ecclesia, orgaan van de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge. Hij schreef de laatste jaren diverse boeken over Kohlbrugge en zijn volgelingen.
Den Admirant woont in Den Haag en is nog steeds op hoge leeftijd druk bezig met het onderzoek van Kohlbrugge. „Hij is verguisd in de negentiende eeuw, maar kreeg na zijn afzetting als hersteld luthers predikant tijdens zijn leven al eerherstel, doordat Kuyper hem in de Zuiderkerk in Amsterdam uitnodigde om daar te preken. Kohlbrugge had vooral invloed in hervormde kring, maar onderhield ook goede contacten met afgescheidenen. Voor hem bestonden geen kerkmuren. Hij bleef echter de vaderlandse kerk trouw, omdat hij sterk hechtte aan de verbinding van kerk, Oranje en vaderland.”
De invloed van Kohlbrugge is niet meer zo prominent als in het verleden, maar toch heeft hij blijvende invloed, stelt Den Admirant. „Dat blijkt wel uit het feit dat er nog regelmatig bundels preken van hem uitgegeven worden. En ook wanneer zijn naam niet expliciet genoemd wordt, zijn er nog altijd predikanten die radicaal in zijn geest Christus preken, vooral ook in het stuk van de heiliging.”
Gordel
In ”Kohlbrugge’s Boodschap in Nederland, over plaatsen waar in zijn geest werd gepreekt” (te verkrijgen via mijnbestseller.nl) laat hij zien hoe breed de lutherse predikant gewaardeerd werd aan het eind van de 19e en in de 20e eeuw in diverse plaatsen van de ”orthodox-protestantse gordel”. In allerlei dorpen en steden waren ”kohlbruggiaanse” gemeenten te vinden, hervormde gemeenten met een duidelijke voorkeur voor een prediking in de geest van Kohlbrugge. Den Admirant volgde ze van de Zeeuwse eilanden (en West-Brabant) via de Zuid-Hollandse eilanden en waarden over de Betuwe, delen van de provincie Utrecht, de Veluwe, het noorden en westen van Overijssel naar delen van Friesland. De volgende kohlbruggiaanse gemeenten passeren de revue: Nieuw- en Sint Joosland, Tholen, Fijnaart, Veen, Woudrichem, Wijk bij Heusden, Noordeloos, Ommen, Den Ham, Sint-Johannesga en Delfstrahuizen.
De hervormde gemeente van Ommen was gedurende een lange periode zo’n typisch kohlbruggiaanse gemeente. In de tijd dat zij slechts één predikantsplaats had (vóór 1946), werd ze ongeveer 65 jaar achtereen gediend door predikanten die in de lijn van Kohlbrugge preekten: F. Oberman, W. E. M. Engelberts, H. J. Ubbink en G. A. Bruins. Ds. D. van Heyst (1913-2001), die de gemeente van 1946 tot zijn emeritaat in 1978 diende, redigeerde tot 1996 het Kerkblaadje, orgaan van de Stichting Vrienden van Dr. H.F. Kohlbrugge (in 1989 omgedoopt tot Ecclesia). Na ds. Van Heyst heeft ds. Johan Karel Vlasblom (1946-2012) van 1983 tot 1991 in Ommen gewerkt, ook zeer actief met Kohlbrugge.
Ook in een aantal grote steden stonden jarenlang predikanten die behoorden tot Kohlbrugges geestverwanten: Amsterdam, Leiden, Den Haag-Scheveningen, Rotterdam-Delfshaven, Rotterdam-Charlois, Utrecht, en Groningen. Op 3 mei 1909 werd dr. Gerardus Oorthuys aan de Amsterdamse hervormde gemeente verbonden. Daarvoor stond hij in Leiden, samen met de door de theologie van Kohlbrugge gestempelde ds. Foppe Oberman. Mede door diens invloed is Oorthuys na een geestelijke crisis onder beslag van Kohlbrugge gekomen en gebleven. En in het rijtje van stedelijke kohlbruggianen niet te vergeten: dr. W. Aalders (1909-2005). Hij diende van 1942 tot 1946 de hervormde gemeente van Groningen en vertrok toen naar Den Haag.
Kohlbruggiaanse predikanten waren overigens niet in een hokje te vangen. Ze hadden er niet altijd moeite mee om een gezang te zingen, dit doorgaans in onderscheid van predikanten uit de Gereformeerde Bond. Ds. Van Heyst had eens in Tholen op beroep gepreekt. Hij kwam echter niet voor een beroep in aanmerking, omdat hij in de dienst een gezang had laten zingen.