Binnenland

Hermans: Grondige reiniging moet imago onderwijs herstellen

Grondige reiniging van de sector moet het imago van het onderwijs herstellen. Minister Hermans van Onderwijs zei dat dinsdag in de Tweede Kamer.

ANP
20 March 2002 07:33Gewijzigd op 13 November 2020 23:28

Onder druk van het parlement zet hij daarvoor ook de Rekenkamer in, die zich vrijelijk met het onderzoek naar de fraude in het hoger beroepsonderwijs (hbo) kan bemoeien. Hij sluit daarmee een onafhankelijk onderzoek, zoals een Kamermeerderheid voorstaat, niet uit. De minister stelde na het debat dat een dergelijk onderzoek al in de tweede helft van augustus klaar zou kunnen zijn.

Tijdens het debat ontkende Hermans dat hij de Rekenkamer aanvankelijk niet wilde laten meekijken in de onderwijssector. Dat had VSNU-voorzitter D’Hondt in een bericht aan de universiteiten gesuggereerd.

Hermans hield vast aan zijn standpunt dat hij niet had getalmd om signalen van fraude op te pakken. Wel erkende de bewindsman „met de ogen van nu” dat hij mogelijk een rapport dat als basis gold voor een nieuw financieringssysteem van het hbo, naar de Kamer had moeten sturen.

In dat rapport wordt gewag gemaakt van „ongewenst strategisch gedrag” dat is gericht op „vergroting van het relatieve martkaandeel” van de hogescholen. Hermans wil geen afstand nemen van de grotere vrijheid die hij de instellingen sinds het begin van zijn ambtstermijn heeft gegeven. Bij een nieuw financieringssysteem zal de controle echter scherper worden. Dat houdt ook aanpassing van de werkwijze van de Inspectie en het ministerie in.

Een meerderheid van de Kamer meende dat minister Hermans veel eerder in actie had moeten komen om de mogelijke fraude in het hbo aan te pakken. PvdA, CDA en D66 verwijten de bewindsman verregaande nonchalance; hij zou allerlei fraudesignalen niet serieus hebben genomen.

De Kamerleden Hamer (PvdA), Eurlings (CDA), Lambrechts (D66) en Van Bommel (SP) willen dat de Rekenkamer een onafhankelijk onderzoek instelt. Zij vinden dat de Rekenkamer behalve de instellingen ook de rol van het ministerie in het onderzoek moet betrekken.

Hamer en Eurlings zeiden geen vertrouwen te hebben in het zelfonderzoek dat Hermans de instellingen heeft opgelegd. Nadat in het hoger beroepsonderwijs creatief boekhouden met de inschrijving van studenten is geconstateerd, heeft VVD-minister Hermans besloten ook het middelbaar beroepsonderwijs en de universiteiten te onderzoeken.

Eurlings verweet Hermans een brief van Fontys-bestuurslid N. Verbraak te hebben behandeld alsof deze een „querulant” is. Verbraak, lid van de bestuurscommissie financiën van de HBO-raad, zinspeelde al in mei 2000 op mogelijke overtreding van de regels. Volgens Eurlings zou het Instituut voor Onderzoek Overheidsgelden een nieuw financieringssysteem moeten opstellen om fraude in de toekomst te voorkomen.

Volgens het Kamerlid Cornielje (VVD) heeft de minister wel voortvarend gehandeld. Hermans heeft meteen na de vaststelling van het regeerakkoord in 1998 met de HBO-raad overlegd om het bekostigingssysteem aan te passen. Cornielje ontkende dat Hermans toen al wist dat het huidige systeem ongewenst gedrag in de hand werkt, zoals Hermans’ voorganger Ritzen eerder stelde.

Hij heeft wel vertrouwen in het door de minister voorgestelde onderzoek. Verder wijst Cornielje op de rol van de Raden van Toezicht van de hbo-instellingen. Deze hebben wellicht hun werk niet goed gedaan. Daarom vindt hij dat hun rol en taken in de gedragscode van de hogescholen moeten worden opgenomen.

GroenLinks en de SP stelden zich uiterst kritisch op. Rabbae (GroenLinks) meent dat ambtenaren op het ministerie een politieke antenne missen. Van Bommel (SP) vond het onbegrijpelijk dat Hermans de instellingen nu zichzelf laat onderzoeken en zinspeelde op een parlementaire enquête om fraude aan te pakken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer