De Nederlandse regering houdt de datum waarop het omstreden transport vertrekt geheim uit angst voor protestacties van milieugroeperingen. Woensdag ondertekent EPZ de overdrachtspapieren. Vanaf dat moment kan de trein waarmee het kernafval wordt vervoerd, vertrekken naar de speciaal daarvoor aangelegde opslagfaciliteit Covra in Borssele.

Greenpeace verwacht dat het transport in de eerste week van oktober plaatsvindt, zo meldt een woordvoerster. De speciale container met een gewicht van 112 ton wordt vanuit Cogema in Cap La Hague over de weg vervoerd naar het overslagstation in Valognes. Hierna gaat de reis per spoor verder door Frankrijk en België naar het Zeeuwse Borssele.

Het is de eerste keer dat het kernafval van een Nederlandse kerncentrale terugkomt in Nederland. In de opslagfaciliteit in Borssele worden de cilinders met het verglaasde kernafval de komende honderd jaar in buizen in de grond opgeslagen.

EPZ verwacht dat er jaarlijks een transport van Nederlands nucleair afval vanuit de Franse opwerkingsfabriek naar Borssele zal plaatsvinden. De opgebruikte splijtstof werden de afgelopen jaren vanuit de kerncentrale Borssele naar Cap La Hague vervoerd. Milieugroeperingen grepen de transporten aan om te protesteren tegen kernenergie en het vervoer van kernafval.

Het kernafval is wat rest van vijf jaar elektriciteitsproductie in Borssele in het begin van de jaren negentig. Maar door gebrek aan opslagcapaciteit en politiek verdeeldheid kan het nu pas terug naar Nederland. „Bijna 17 jaar geleden had de eerste lading kernafval al terug moeten komen naar Borssele”, zegt PvdA-kamerlid en oud-Greenpeace woordvoerder Diederik Samsom.

Door de radioactieve straling heeft de buitenkant van de speciale container een temperatuur van rond de 50 graden. „Volledig veilig om aan te raken”, zegt EPZ-kerndeskundige Jan Wieman, terwijl hij zijn hand op de warme buitenkant van de enorme container legt.

De 28 canisters in de container zijn gevuld met glas waarin het kernafval is opgelost. De canisters wegen 530 kilo per stuk. „Deze glascanisters blijven wel stralen, maar omdat het kernafval zit opgesloten in de kristalmoleculen van het glas blijft de radioactieve besmetting binnenin”, zegt Wieman.

Het transport zal met een gemiddelde snelheid van 70 kilometer per uur over het spoor rijden. „Het transport zal zoveel mogelijk ’s nachts plaatsvinden omdat er dan meer capaciteit op het spoor is”, zegt plaatsvervangend directeur Michel Hartenstein van transporteur Cogema Logistics.