Verdachten vrij in zaak Haagse zussen
De twee verdachten in de zaak van de twee Haagse zussen die mogelijk meerdere jaren werden vastgehouden in het huis van hun ouders, zijn weer op vrije voeten.
De raadkamer van de rechtbank in Den Haag ziet onvoldoende redenen om de vader (48) en broer (21) van de zussen nog langer in de cel te houden. Dat meldde een woordvoerder van het openbaar ministerie vrijdag.
Het OM stelt dat beide mannen nog altijd worden verdacht van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot zware mishandeling van de 16- en 19-jarige zussen. „Het onderzoek loopt nog altijd”, meldt de zegsman van justitie.
Op vrijdag 6 augustus bevrijdde de politie de zussen uit hun ouderlijk huis in de Haagse wijk Transvaal. Ze bleken te zijn mishandeld. De ouders werden gearresteerd en de 21-jarige broer meldde zich de volgende dag op het politiebureau. De politie maakte de zaak drie dagen na de bevrijdingsactie bekend, inclusief de mededeling dat de ouders de meisjes mogelijk één of meer jaren zouden hebben opgesloten. De moeder werd vrij snel vrijgelaten.
Of de stelselmatige opsluiting inderdaad heeft plaatsgevonden, mag worden betwijfeld. Persofficier van justitie A. Rijsdorp liet eerder al weten dat het er op lijkt dat het 16-jarige meisje naar school mocht.
De advocaten van de verdachten geloven niet dat hun cliënten de 16- en 19-jarige zussen stelselmatig hebben opgesloten. „De oudste zus heeft nooit gezegd dat ze opgesloten heeft gezeten. Ze gingen gewoon naar school en werk”, zegt B. Martens, de advocaat van de vader. „De zussen zijn wel mishandeld door hun broer, omdat hij had ontdekt dat ze vriendjes hadden. De vader heeft toegegeven dat hij zijn dochters een corrigerende tik heeft gegeven. Ik wil niet zeggen dat de jongste zus gelogen heeft over die opsluiting. Ze heeft waarschijnlijk in paniek van alles geroepen.”