Dat maakte minister Kamp van Defensie vrijdag duidelijk in Noordwijk. In de Zuid-Hollandse badplaats zat hij een informele vergadering van de 25 Europese ministers van Defensie voor. Nederland is dit halfjaar voorzitter van de EU.

In totaal komen er negen gevechtsgroepen van militairen uit verschillende lidstaten, als voorbeeld om te komen tot een efficiënt gebruik van middelen en manschappen. Elke groep moet bestaan uit ongeveer 1500 militairen die inzetbaar zijn voor gewapende conflicten in het buitenland.

Nederland richt een gevechtsgroep op met Duitsland en een met Groot-Brittannië. Dat kan binnen de bestaande structuren van bijvoorbeeld het Duits-Nederlandse legerkorps. Volgens de Duitse minister van Defensie, Struck, zou Nederland ook samen met Litouwen een groep kunnen gaan vormen, maar dat wees minister Kamp gisteren in Noordwijk van de hand. „Ik vind twee gevechtsgroepen wel mooi.”

Het oprichten van gevechtsgroepen past binnen het eigen buitenlands beleid van de Europese Unie. Volgens Kamp kunnen de groepen overal ter wereld worden ingezet. „Van humanitaire acties tot regelrechte oorlogssituaties.”

De nieuwe Europese gendarmeriemacht van 900 militaire politieagenten, waarvan eerder deze week de oprichting werd aangekondigd, kan na inzet van dergelijke gevechtsgroepen vervolgens politietaken gaan uitvoeren. Nederland levert marechaussees aan deze nieuwe gendarmeriemacht, die een klein hoofdkwartier van dertig personen krijgt in Italië.

Kamp stelde dat een betere inzet van mensen en materieel in de EU ook leidt tot betere samenwerking binnen de NAVO. „En daar zijn uiteindelijk ook de Amerikanen weer blij mee”, aldus de minister. Kamp streeft er verder naar op termijn zowel binnen de EU als binnen de NAVO dezelfde kwaliteitseisen na te streven.