Onderzoekers UMCG: Virus gebruikt neuscellen als toegangspoort
Het coronavirus gebruikt waarschijnlijk twee specifieke soorten cellen in de neus als toegangspoort tot het menselijk lichaam. Onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) hebben dat samen met Britse en Franse collega’s vastgesteld. Ze hebben ontdekt dat slijmbekercellen en trilhaarcellen in de neus veel van het zogeheten boodschapper-RNA bevatten waar het virus gebruik van maakt om zich snel door het lichaam te verspreiden.
Ook epitheelcellen in onze ogen, longen en darmen bevatten veel van dat RNA. Het erfelijke materiaal bevordert de productie van specifieke eiwitten die het coronavirus gebruikt om menselijke cellen binnen te dringen.
„Dit is de eerste keer dat deze specifieke cellen in de neus in verband worden gebracht met het virus dat Covid-19 veroorzaakt”, aldus bioloog Martijn Nawijn en longarts Maarten van den Berge van het UMCG. „De locatie van deze cellen aan de oppervlakte van de binnenkant van de neus maakt ze in hoge mate toegankelijk voor het virus.”
De wetenschappers hebben hun nieuwe inzichten gepubliceerd in Nature Medicine. Ze hopen dat de nieuwe fundamentele kennis over het virus van pas kan komen bij het ontwikkelen van behandelingen die de overdracht kunnen terugdringen.