TCI: Controlebureau nodig bij projecten
De tijdelijke commissie infrastructuurprojecten (TCI) lijkt aan te sturen op een eigen controlebureau voor de Tweede Kamer dat de voortgang van grote projecten moet bewaken. Uit het verhoor met oud-minister Netelenbos van Verkeer werd donderdag duidelijk dat de commissie niet op de huidige manier verder wil.
De commissie rondde vrijdag drie weken openbare hoorzittingen af. Ze komt in november met haar eindrapport. Daarin zal een toetsingskader of meetlat staan, dat de Tweede Kamer beter in staat moet stellen greep te krijgen op toekomstige grote infrastructurele projecten zoals de Zuiderzeelijn. De kosten van de Betuwelijn en de hogesnelheidslijn-zuid, waarvoor een groot aantal topambtenaren, deskundigen en alle betrokken ministers van Verkeer en Waterstaat zijn gehoord, vallen immers miljarden hoger uit dan voorzien.
De TCI voelde donderdag onder anderen oud-minister Netelenbos aan de tand. De commissie vindt dat zij de Kamer tijdens haar ambtsperiode van 1998 tot 2002 belangrijke informatie over financiële tegenvallers heeft onthouden. De Kamer kan daardoor haar werk niet goed doen, want bij gebrek aan informatie komt er weinig terecht van de controlerende taak van het parlement, vindt de TCI.
Commissievoorzitter Duivesteijn keek donderdag met minister Peijs van Verkeer alvast vooruit op het nieuwe grote infrastructurele project, de Zuiderzeelijn. Peijs beloofde en passant dat er geen nieuwe risicoreservering meer komt voor de Betuweroute en de hogesnelheidslijn-zuid. Volgens haar komt er mogelijk nog ongeveer 7 miljoen euro aan extra kosten bij voor verbetering van de veiligheid van de spoorlijnen. Dat bedrag is echter al ingeboekt, aldus Peijs.
De bewindsvrouw voelt zelf niet veel voor de Zuiderzeelijn, zei ze, „maar het is beloofd aan het noorden. Als we in Nederland ooit iets willen doen aan een betere bereikbaarheid van het noorden, dan moeten we het nu doen.” De overheid trekt er maximaal 2,73 miljard euro voor uit. Als marktpartijen de overige kosten financieren, komt de spoorlijn er. Is dat niet het geval, dan komt de lijn er niet, aldus Peijs.