„Grootste deel subsidies moet verdwijnen”
De conservatieve Edmund Burke Stichting presenteerde donderdag het voorstel om 78 procent van alle rijkssubsidies af te schaffen. Toetsing bracht econometrist drs. Peter Heemeijer tot de conclusie dat ze verkwistend en marktverstorend zijn. „Nederland wordt er veel beter van als het geld via belastingverlaging aan de burger wordt teruggegeven.”
”Nederland subsidiestaat”, zo luidt de uitdagende titel van de brochure. Natuurlijk hebben conservatieven -voorstanders van een kleine, slagvaardige overheid- daar een hekel aan. Verrassend kan de inhoud van de brochure derhalve niet worden genoemd. Viervijfde van de subsidies kan worden afgeschaft. Pas dan komt er weer ruimte voor eigen initiatief en een ”civil society”, een maatschappelijk middenveld waarin verenigingen en kerken hun bijdrage leveren.
Niettemin nam de Burke Stichting de moeite de honderd grootste subsidieregelingen (van de 528) te laten toetsen door een econometrist. Heemeijer keek of die verkwistend konden worden genoemd, of ze marktverstorend waren, of ze leidden tot onrechtvaardige inkomensverdeling en of private partijen het doel van de regeling niet beter konden bereiken. Vanuit de Universiteit van Amsterdam geeft de conservatieve wetenschapper graag een toelichting.
De UvA, dat is vanouds toch een links bolwerk?
„We moeten maar niet te hard praten hier. Ik denk dat een aantal mensen hier behoorlijk ontstemd zullen raken als ze horen wat mijn conclusies zijn.”
Bent u geschrokken van uw eigen conclusie of stond die al vast?
„Natuurlijk stond het mij, mijn coauteur Jurgen Reijnhoudt en anderen van de Burke Stichting al wel voor ogen dat de besparing heel groot kon zijn. De VVD’ers Frits Huffnagel en Edwin van de Haar hebben, min of meer intuïtief, al eens de inschatting gemaakt dat driekwart zou kunnen worden afgeschaft. Het is wel een verrassing dat we er na objectieve toetsing zo dicht bij uitkomen.”
Stoort het u, zo’n grote mate van verkwisting te signaleren?
„Als wetenschapper probeer ik objectief te zijn. Onze brochure is ook tamelijk neutraal van toon. Maar als persoon doet het je vervolgens natuurlijk wel iets als je ziet hoezeer de maatschappij wordt belast met de molensteen van een overbodig en kwalijk groot subsidiestelsel. Dat neemt het verantwoordelijkheidsbesef weg, ontmoedigt het economisch initiatief en breekt de civil society af. Dat laat mij zeker niet stoïcijns.”
Wat zijn de ergste gevallen die u bent tegengekomen?
„De ergste is zonder meer de studiefinanciering, met een jaarlijks budget 2 miljard euro. Die scoort op alle vier de criteria slecht. Gemotiveerde en talentvolle studenten zijn best in staat zelf een lening af te sluiten. Banken zijn zeker in hen geïnteresseerd. Bovendien is er dan geen sprake van onrechtvaardige herverdeling van inkomen. Iemand die zelf niet studeert, hoeft ook niet bij te dragen. Een ander schrijnend voorbeeld is de huursubsidie, die de prijzen van huurwoningen alleen maar opdrijft.”
Minister Hoogervorst zette vorig jaar op zijn terrein, de volksgezondheid, het mes in de subsidies. Is dat wat u voor ogen staat?
„Dat juich ik zeker toe. Zijn bezuinigingsronde was ook interessant omdat hij uitging van eenzelfde systematische evaluatie als wij hebben uitgevoerd. Hoogervorst bekeek alleen minder regelingen en was ook minder streng. Bovendien werd hij in de Kamer weggehoond en moest hij een deel van de bezuinigingsvoorstellen weer intrekken.”
Is uw brochure wetenschappelijk te noemen of hebben we te maken met een pamflet?
„Gedeeltelijk valt het wel degelijk als wetenschappelijk te kwalificeren. We hanteren vier objectieve evaluatiecriteria, die heel representatief zijn. Bovendien hebben we die heel systematisch toegepast. Maar inderdaad, statistisch is het niet helemaal volledig. Qua historische toelichting en cijfermateriaal had het uitgebreider gekund. Dan had je alleen wel een hele encyclopedie gekregen.”
Je zou namelijk verwachten dat ook de Kamer de subsidies bij hun opzet allemaal getoetst heeft, bijvoorbeeld op verkwisting.
„Dat zou je verwachten, ja. Zeker als je ziet dat er in totaal 3100 euro per hoofd van de beroepsbevolking mee gemoeid is, 22 miljard euro. Maar zoek je in kamerstukken naar onze criteria, dan vind je ze heel weinig en uiterst selectief. Bovendien is het zeker niet zo dat de regelingen van tijd tot tijd systematisch worden geëvalueerd. Het hele stelsel is evolutionair tot stand gebracht door politici die graag wilden scoren en omgeven met een groot gebrek aan transparantie.”
Nederland zou goed zijn met de afschaffing van zo’n 15 miljard aan subsidies?
„Dat is zeker onze overtuiging. Voorwaarde is wel dat het grootste deel, 11 miljard, aan de burger wordt teruggegeven in de vorm van belastingverlaging. Die is dan in staat allerlei zaken veel efficiënter tot stand te brengen. Bovendien zul je weer een drang zien naar een maatschappelijk middenveld, in plaats van een anonieme, monsterlijke overheid, die op een heel inefficiënte manier voor alles verantwoordelijk wil zijn.”