Dat stelt een werkgroep van het CDA in het rapport Steden in balans, dat woensdag is overhandigd aan fractievoorzitter Verhagen van het CDA in de Tweede Kamer. Kern van het advies is dat er meer aandacht moet komen voor sociale samenhang in de grote steden. Daarover staan volgens de werkgroep onder leiding van de Haagse CDA–wethouder W. Stolte te weinig concrete doelen in het derde plan Grote Stedenbeleid (GSB–III) voor de komende vijf jaar.

In de strijd tegen de verloedering moet wanbeheer van particuliere verhuurders, woningbezitters en woningbouwcorporaties bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete. Het CDA wil haast maken met deze boete, waarmee gemeentelijke toezichthouders allerlei kleine, ergerlijke overtredingen direct kunnen aanpakken. Het voorliggende wetsvoorstel is te mager en laat op zich wachten, vinden Stolte en Verhagen.

Om probleemjongeren adequater te kunnen aanpakken moeten politiekorpsen gegevens over hen kunnen uitwisselen. Ook moeten er meer geld en capaciteit komen om de overlast en problemen tegen te gaan die veelplegers, criminele illegalen en plegers van huiselijk geweld veroorzaken.

Het CDA wil dat er een nationaal keurmerk ’solidaire wijk’ komt. Verder kan de sociale structuur verstevigd worden door meer sport en vooral cultuur „met een kleine c" te stimuleren in de wijken. Het GSB–III miskent de levendige cultuur in de stadswijken. Stolte vindt dat de mogelijkheden van de stad nu te weinig worden gebruikt. Maatregelen moeten en kunnen aansluiten op de leefwereld.

Niet alleen gezinnen moeten worden gelokt met een subsidie, ook mensen die in de zorg werken moeten een fiscale tegemoetkoming krijgen, als zij zich in de steden huisvesten. Dat voorkomt volgens het CDA dat kwalitatief goed personeel uit de steden wegvloeit. Juist in steden komen meer gezondheidsklachten voor.

Het CDA vindt dat het GSB tot goede resultaten heeft geleid de afgelopen tien jaar. Maar de vele bureaucratie ervan moet worden tegengegaan. Verder voorziet de CDA–werkgroep forse geldproblemen voor gemeenten als de kabinetsplannen met de OZB en de EMU–norm doorgaan. Gemeenten zullen minder kunnen investeren in infrastructuur, zorg en onderwijs. Verhagen zei de zorgen serieus te nemen en na te denken over manieren waarop gemeenten zelf financiën kunnen verwerven.