Daar komen de nep–veteranen
Ze duiken de komende dagen ongetwijfeld weer op: mannen op leeftijd die zich compleet met onderscheidingen laten toejuichen als veteraan van de Tweede Wereldoorlog. Maar het zijn bedriegers, die hun eretekenen ergens hebben gekocht. De echte oud–strijders ergeren zich groen en geel aan deze nepveteranen.
„Het zijn zielige mensen", zegt J. Rouwen van de Stichting Airborne Herdenkingen in Oosterbeek. „Ze willen eer en aandacht. Ze kopen op militaire beurzen een rijtje lintjes en naaien die op de verplichte blauwe blazer. Ze diepen ergens de juiste kleur baret op en mengen zich vervolgens tussen de echte veteranen. En dan staan ze met de borst vooruit hevig aangedaan vooraan bij een herdenking. Sommigen halen zelfs de televisie met hun verzonnen herinneringen."
Vorig jaar nog ontdekte de Stichting Airborne Herdenkingen volgens Rouwen een bedrieger, die zelfs kans had gezien zich bij een gastgezin te nestelen. Twee andere mannen vielen op bij een herdenking, omdat ze veel te jong waren om veteraan van de Tweede Wereldoorlog te kunnen zijn. „Mannen van rond de 65 jaar, dat is dus onmogelijk nu de Slag om Arnhem zestig jaar geleden is."
Vaak zijn het de echte veteranen die de organisaties attent maken op oplichters. In hun clubbladen circuleren namen van ontmaskerde nep–veteranen. Rouwen: „Zeker nu er niet zoveel oud–strijders meer zijn, kennen de meeste mannen elkaar. Ze hebben ook in hun eigen land contact. De echte veteranen willen van iedereen precies weten waar hij gevochten heeft in 1944. En als dat verhaal niet klopt, gaan ze verder zoeken. Merkwaardig genoeg zijn er veel Belgen onder de nepveteranen."
Om oplichting zoveel mogelijk te voorkomen, heeft de Arnhem Veterans Club dit jaar van alle vierhonderd oud–strijders de antecedenten gecontroleerd. „Van deze vierhonderd weten we zeker dat ze zestig jaar geleden ook hier waren. Maar er zullen vast wat nep–veteranen proberen aan te sluiten bij een herdenking. En dan kan je ze niet direct verwijderen, want dat zou de plechtigheid verstoren", aldus Rouwen.
Bij de herdenkingen in Groesbeek en Nijmegen duiken veel minder vaak bedriegers op, zegt W. Lenders, directeur van het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944 – 1945 in Groesbeek. „Onze veteranen komen bijna allemaal uit de Verenigde Staten. Die moeten een lange reis maken en dan val je eerder op. Incidenteel hebben we er wel eens een ontdekt. Maar daar hebben we niets aan gedaan. Als je op zo’n manier op moet vallen, is dat al tragisch genoeg."