Dat staat in een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dat maandag is gepubliceerd. De IGZ nam een steekproef bij 24 van de ruim 100 ziekenhuizen.

Behalve dat deskundige hulp ontbreekt, zijn de voorzieningen op de afdeling spoedeisende hulp niet toereikend. In sommige ziekenhuizen houdt een portier het intakegesprek. Er is verder vaak onvoldoende ruimte om mensen op te vangen en de medische voorzieningen zijn niet op niveau.

De IGZ tilt het meest zwaar aan de afwezigheid van deskundige medische en verpleegkundige hulp. De inspecteur-generaal van de IGZ, H. Kingma, vindt dat ziekenhuizen 24 uur per dag en zeven dagen per week een arts met minimaal twee jaar ervaring op de afdeling spoedeisende hulp beschikbaar moeten hebben.

De IGZ rekent onder de spoedeisende hulp niet alleen de EHBO-posten bij ziekenhuizen, maar de gehele keten van zorg vanaf het moment dat iemand belt om acute medische hulp. Daaronder valt dus ook de hulpverlening van de huisarts en het transport naar een ziekenhuis. De spoedeisende hulp is goed als de schakels in de keten goed functioneren en goed samenwerken.

Uit het IGZ-onderzoek blijkt hier het nodige aan schort. Het vervoer van ernstig zieke patiënten is vaak onder de maat, omdat de begeleiders ondeskundig zijn. ’s Avonds en ’s nachts staat er bovendien vaak geen deskundig mobiel medisch team klaar om in geval van nood uit te rukken.

De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) vindt niet dat er in alle gevallen een arts op de afdeling spoedeisende hulp aanwezig hoeft te zijn. Als een arts oproepbaar is, vindt de NVZ dat voldoende. De NVZ vreest dat minister Hoogervorst binnenkort eist dat elk ziekenhuis een afdeling spoedeisende hulp heeft. Volgens de koepelorganisatie van ziekenhuizen is dat niet nodig. Het is beter dat de ziekenhuizen de spoedeisende hulp op regionaal niveau op elkaar afstemmen.