Meister Eckhart en zenmeester Dõgen zoeken allebei naar eenheid
De mens neemt in de wereld een verbijsterende veelheid van verschijnselen waar en ook in eigen innerlijk kan hij overweldigd worden door de veelheid van gevoelens en gedachten. Mooi in dit verband zijn de woorden van Dostojevski, de grote schrijver die zo veel wist van de diepten der ziel, dat de mens te breed is en hij hem smaller zou willen maken.
In het boek ”In alle dingen heb ik rust gezocht” beschrijft Michel Dijkstra, kenner van zowel oosterse filosofie als westerse mystiek, de weg naar eenheid in het denken van de grote Duitse mysticus Meister Eckhart (1260-1328) en de vooraanstaande Japanse zenmeester Dõgen (1200-1254).
Beide denkers, zo schrijft Dijkstra, nemen de reflectie op het hoogste principe, in filosofische terminologie het Zijn, als uitgangspunt van hun wijsgerig denken; voor de christen Eckhart is dat God, voor de zenmeester de boeddhanatuur. Van hieruit beschouwen zij de verhouding tussen de veelheid van verschijnselen en de eenheid die in of boven deze verschijnselen uit te vinden is.
Niet verwonderlijk is dat zij hierbij tot verschillende uitkomsten komen. Voor Eckhart is God de dragende substantie waarvan al het geschapene volledig afhankelijk is. Als God ook maar voor een ogenblik Zijn ogen van de schepping zou afwenden dan zou alles teniet gaan, Hij is de bron van alles en tot Hem als Oorsprong keert ook alles terug. Het is alleen in Hem dat de mens, komende langs de weg van innerlijke armoede en onthechting, de ware eenheid kan vinden, de eenheid waarin de ziel tot zijn rust en bestemming komt, naar de woorden van Augustinus in zijn ”Belijdenissen”: ongerust is ons hart totdat het rust vindt in U.
Voor Dõgen is de weg naar eenheid een andere. Deze eenheid is niet transcendentaal, stijgt niet boven de dingen uit, maar is te vinden in de onderlinge verbondenheid tussen wat hij noemt de 10.000 dingen.
In deze weg naar de eenheid, geheel anders dan bij Meister Eckhart, bij wie de ziel juist de verschijnselen van tijd en ruimte overstijgt en zijn eenheid met God ontdekt, komt het individu door meditatie tot het inzicht onlosmakelijk met alles en iedereen verbonden te zijn, wordt hij, zo lezen we, gerealiseerd door de 10.000 dingen, is hij als de maan die gereflecteerd wordt in het water.
In hun zoeken naar eenheid stemmen de Europese mysticus en de oosterse zenmeester overeen, maar hun uitgangspunten en uitkomsten zijn wezenlijk verschillend. Meister Eckhart begint en eindigt bij een werkelijkheid boven ons, terwijl Dõgen blijft verwijlen bij de rijke wereld van verschijnselen en de weerspiegeling daarvan in eigen innerlijk. Verticaal versus horizontaal zou men kunnen zeggen. Voor de christelijke lezer zal de keus duidelijk zijn. Dat neemt niet weg dat ook in de ideeën van Dõgen veel moois en goeds is te vinden.
De schrijver verdient waardering voor de heldere en evenwichtige wijze waarop hij de ideeënwereld van de Duitse mysticus en de oosterse zenmeester naast en tegenover elkaar heeft weergegeven, twee denkers die de menselijke geest of het intellect breder opvatten dan als alleen rationaliteit; mede hierin is hun betekenis voor onze tijd gelegen. Voor lezers die naar werkelijke innerlijke rust zoeken een waardevol boek met vele mooie citaten.
Boekgegevens
In alle dingen heb ik rust gezocht. De weg naar eenheid van Meister Eckhart en zenmeester Dõgen, Michel Dijkstra; uitg. Vantilt; 152 blz.; € 15,-