Minder vreemdelingen tekenen beroep aan
Veel minder vreemdelingen dan verwacht zijn vorig jaar in hoger beroep gegaan bij de Raad van State. In plaats van de door justitie voorspelde 3280 zaken kwamen er slechts 494 zaken binnen.
Dit staat in het jaarverslag over 2001 dat de Raad van State dinsdagmorgen presenteerde.
Het percentage zaken waarbij beroep wordt aangetekend, bedraagt 35, terwijl 90 procent werd voorspeld. Het gaat om beroepsprocedures van mensen die in detentie uitzetting afwachten en om zaken waarin mensen beroep aantekenen tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning binnen 48 uur (de zogenoemde aanmeldcentrumzaken).
De Raad van State is sinds de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet in april 2001 belast met het hoger beroep op rechtbankuitspraken in asielzaken. De raad kan zelf niet verklaring waarom de door justitie voorspelde toestroom van zaken niet op gang is gekomen en weet ook niet of dat nog wel gaat gebeuren. Toen bleek dat de prognoses niet uitkwamen, is de werving van nieuwe staatsraden en medewerkers op een laag pitje gezet.
In het jaarverslag staan twee prangende boodschappen voor politici. De raad stelt dat de politiek bij de vaststelling van regeerakkoorden te weinig oog heeft voor Europees beleid en regelgeving. Behalve technisch-juridische fouten, levert dit ook politieke afspraken op die weinig rekening houden met Europese aspecten. En dat terwijl Europese instellingen niet aan een regeerakkoord gebonden zijn.
De andere boodschap is een oproep om adviesverzoeken over wetgeving niet tot vlak voor het zomerreces uit te stellen en dan om spoed te vragen. De Raad van State had de minister-president al eens verzocht meer te spreiden, maar dat heeft niet veel opgeleverd. De raad wil de kwestie nog eens bij de premier aankaarten.