Binnenland

‘Overheid heeft gevaarlijke stoffen niet in de hand’

Nederlanders lopen een groeiend risico om te worden blootgesteld aan verschillende chemische stoffen tegelijk, die meestal in lage concentraties vrijkomen, maar zich kunnen opstapelen. Die waarschuwing stuurt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) naar het kabinet. Volgens het adviesorgaan heeft de overheid te weinig grip op de verspreiding van gevaarlijke stoffen, met onvoorziene risico’s tot gevolg.

ANP
11 March 2020 14:01Gewijzigd op 16 November 2020 18:29

Mengelingen van stoffen kunnen „minstens zo schadelijk” zijn voor de gezondheid en het milieu als blootstelling aan een hogere dosis van één stof. De Rli wijst op de risico’s van bijvoorbeeld microplastics, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en chemische stoffen die onder de noemer PFAS vallen.

Dankzij Europese regelgeving is de vervuiling door tal van gevaarlijke stoffen jarenlang afgenomen. Het huidige beleid lijkt echter „niet toereikend om de ontwikkelingen van vandaag de dag te beteugelen”, schrijven de onderzoekers.

Bedrijven worden te weinig aangesproken op hun zorgplicht, vindt de raad. Volgens de wet is het bij twijfel aan hen om aan te tonen dat hun producten veilig zijn. Zeker als er vermoedens zijn over risico’s. In de praktijk worden bedrijven echter „onvoldoende gestimuleerd” tot nader onderzoek of een keuze voor een veiliger alternatief. Een „hardnekkig probleem” is dat stoffen die zijn verboden, worden vervangen door stoffen die nog wel zijn toegestaan, maar nauwelijks minder gevaarlijk zijn. Er zijn ook amper financiële prikkels: bedrijven worden bij schade zelden aansprakelijk gesteld en consumenten hebben meestal geen idee welke stoffen in een product zitten.

De eerste aanbeveling van de Rli is om bedrijven die werken met „zeer zorgwekkende stoffen” te verplichten heel nauwkeurig bij te houden waar die stoffen zich in een productieketen bevinden. De raad stelt daartoe een ‘track & trace-systeem’ voor. Milieuvergunningen zouden alleen nog tijdelijk verleend moeten worden, „zodat bedrijven beter kunnen worden aangesproken op hun zorgplicht”. Overheden zouden ook kritischer moeten omgaan met vergunningaanvragen en meer gebruik moeten maken van contra-expertise. De Rli pleit verder voor investeringen in kennis en capaciteit van handhavers en toezichthouders.

Een ander plan is te onderzoeken of het mogelijk is een ‘materiaalpaspoort’ in te voeren. Daarin zou dan precies de chemische samenstelling van producten moeten staan.

Een groeiend probleem is dat allerlei stoffen die in kleine hoeveelheden vrijkomen, zich kunnen opstapelen en schade kunnen toebrengen. Ook daar wordt nauwelijks rekening mee gehouden in risicobeoordelingen. Die zijn doorgaans gebaseerd op afzonderlijke stoffen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer