Succesje Gouda in strijd om geld
De rechtbank in Den Haag moet zich alsnog buigen over de vraag of de gemeente Gouda meer geld uit het Gemeentefonds moet krijgen. De Raad van State heeft dat woensdag beslist.
Voor de gemeente is de uitspraak een lichtpuntje in een strijd om een betere financiële regeling. De Zuid-Hollandse stad verzet zich met hand en tand tegen een besluit van toenmalig minister De Vries van Binnenlandse Zaken om de gemeente in 2001 een soort overbruggingskrediet van 79 miljoen euro te geven. De aanvullende uitkering is bedoeld om het financiële huishoudboekje van Gouda rond 2007 weer op orde te hebben. De gemeente vindt het bedrag te laag en de overbruggingstermijn zou niet deugen.
Gouda beschouwt zichzelf als een uitzonderlijke gemeente, omdat zij over de meest verende bodem van Nederland beschikt. Dat levert veel problemen met wegen- en woningbouw op, die veel meer geld kost dan in andere gemeenten. Binnenlandse Zaken vindt het bedrag toereikend, zeker nadat het ministerie onder druk van de Tweede Kamer in 2001 het bedrag met 18 miljoen euro heeft verhoogd.
Eerder verklaarde de Haagse rechtbank de gemeentelijke bezwaren tegen het besluit om 18 miljoen bij de 61 miljoen euro te leggen, niet-ontvankelijk. Gouda zou te laat bezwaar hebben aangetekend tegen het eerste besluit om 61 miljoen beschikbaar te stellen. De gemeente vertrouwde echter op een toezegging van een rijksambtenaar dat het ministerie een nieuw besluit zou nemen waartegen Gouda eventueel bezwaar zou kunnen maken.
De Raad van State oordeelt nu dat er met de verhoging van de toelage inderdaad sprake is van een nieuw besluit waartegen Gouds bezwaar mag maken.
Overigens betekent de uitspraak nog niet dat Gouda meer geld zal krijgen. Daar zal eerst de rechtbank een inhoudelijk oordeel over moeten vellen. En als Gouda of Binnenlandse Zaken het daar niet mee eens zijn, komt de zaak weer bij de Raad van State terug.