OM hekelt zwijgen Gökmen T. over motieven tramaanslag
Het OM verwijt Gökmen T. dat hij geen openheid van zaken heeft willen geven over de motieven die hem dreven toen hij op 18 maart vorig jaar in en bij een tram in Utrecht vier mensen doodschoot en meerdere mensen verwondde.
Behalve twee verklaringen bij de onderzoeksrechter waarin hij blijk gaf van geloofsmotieven en brieven waarin hij verwees naar onrecht dat moslims is aangedaan, heeft T. geen vragen willen beantwoorden. „Waarom die dag en uitgerekend deze tram: we zullen het nooit weten”, zei de aanklaagster. „Deze verdachte is met een vooropgezet plan van huis gegaan, maar heeft op die vragen geen enkel antwoord willen geven. Dat maakt het leed voor de slachtoffers en nabestaanden des te groter.”
Bij de religieuze motieven van T. plaatst het OM vraagtekens. „Hij zegt dat hij handelde vanuit zijn geloof. Maar een getuige noemde hem een parttime moslim. Hij wil vrouwen geen hand geven, maar legt wel zijn hoofd op de schouder van een groepsleidster. Hij gelooft niet in onze democratie, maar vraagt wel een uitkering aan.”
Deskundigen van het Pieter Baan Centrum hebben gezegd dat persoonlijkheidsstoornissen bij T. van meer invloed zijn geweest dan geloofsmotieven. „Als OM sluiten wij ons daarbij aan”, aldus de aanklaagsters. Zij zien T. niet als „overtuigingsdader”.