Schrijven nieuwe roman maakte Marianne Witvliet blij
Haar eigen boeken herleest ze normaal nooit. Voor haar nieuwste roman, ”Als je verdwaalt”, maakt Marianne Witvliet misschien een uitzondering „Ik word blij van dit verhaal. Het is de eerste roman waarin ik geen persoonlijk verdriet moest verwerken.”
Wie vanuit het zuiden van het land richting het huis van schrijfster en illustrator Marianne Witvliet rijdt, gaat kilometers door de bossen. Natuur waar Witvliet veel in te vinden is. Een bosbad, zo noemt ze een wandeling in de regen. Het is niet verrassend dat de natuur ook in haar nieuwe roman een grote rol speelt.
Het vorige week verschenen ”Als je verdwaalt” draait om Jip, een jonge docente die haar vader is kwijtgeraakt. Tussen haar moeder Karli –een gevierd culinair journalist– en haar botert het niet. Jip en Karli zijn net verhuisd naar een nieuwe plek, waar Jip het leven weer helemaal van de grond af moet opbouwen. Zonder vader, die belangrijk voor haar was. Dankzij ontmoetingen met een oude kasteeldame en haar bediendenechtpaar ontspint zich een louterend verhaal.
Opnieuw een roman over een jonge vrouw die op een keerpunt in haar leven staat. Dat lijkt ook in eerdere romans een terugkerend thema. Waarom?
„Het is niet bewust dat dit thema steeds terugkomt. Misschien is het onvermijdelijk voor mij om over een vrouw te schrijven die op een keerpunt staat in haar leven. Ik heb weleens geprobeerd om vanuit een man te schrijven, maar dat lukte niet. Mannen zitten totaal anders in elkaar. Ik zit te snel in de rechterhersenhelft. Dat moet ik gewoon accepteren. Wel wil ik altijd iets rauws in mijn boeken. Schrijven over het menselijk verdriet. Daar weet ik veel van. Schrijven was voor mij een manier om de moeilijke dingen die gebeurd zijn op een rij te zetten. Bij dit boek was dat anders. Dit vond ik gewoon leuk om te schrijven.”
Hoe ontstond het idee voor dit boek?
„Ik heb de roman geschreven naar aanleiding van een ontmoeting die ik zelf meemaakte. Tussen 2000 en 2010 was ik diverse keren te gast op een landgoed tussen Elburg en Oosterwolde. Dat was een geweldige tijd. Ik ontmoette er een oudere dame die op een landgoed in de buurt woonde. Bij haar kwam ik geregeld op de koffie. Bij die vrouw woonden twee oudere mensen in een koetshuis. Zij moesten plotseling hun huis uit omdat de rentmeester van het landgoed er kwam wonen. Tijdens de jaren dat ik bij deze vrouw op bezoek ging, heb ik een dagboek bijgehouden. Op basis daarvan schreef ik dit verhaal.”
Waarom was het na twaalf jaar tijd voor een nieuwe roman?
„Bij het schrijven van een vorige roman ben ik vastgelopen. Ik ontmoette een vrouw met een boeiend levensverhaal, maar omdat het niet mijn verhaal was liep ik erin vast. Inmiddels heb ik helemaal geen contact meer met haar. Ik had daarna het gevoel dat ik niet meer kon schrijven. Als ik wat schreef, kostte het heel veel tijd. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toen ik een paar jaar geleden besloot om mijn auto weg te doen, geen interviews meer te schrijven en te gaan reizen, leverde dat een enorme creatieve boost op. Ik ging exposeren en ook weer schrijven. In eerste instantie wilde ik een boek in het genre young adult schrijven, voor jongvolwassenen. Dan moet je echter een plotschrijver zijn en dat ben ik niet.”
Waar raakt ”Als je verdwaalt” uw leven?
„Iedere schrijver put uit zijn eigen herinneringen. Jip, de hoofdpersoon in het boek, is lerares. Zelf ben ik docent verloskunde geweest. De liefde voor het buiten zijn, heb ik zelf ook. Ik vind de natuur helend. De vader van Jip lijkt op die van mij. Ze is jong als hij overlijdt; ik was 25 jaar oud toen mijn vader stierf. Sommige dingen zijn volledig uit de lucht gegrepen. De problematische relatie tussen Jip en haar moeder Karli bijvoorbeeld. Ik had een geweldig moedertje. Ook rond Bé, de oude man die in het boek bij het landgoed woont, heb ik veel verzonnen. Hij heeft een rol in het echte verhaal, maar zijn karakter heb ik in de roman gecreëerd. Ik ben van de personages gaan houden. Daardoor had ik voor het eerst moeite om het verhaal los te laten.”
In een eerder interview gaf u aan dat de bodem van uw boeken een subtiele, maar duidelijk christelijk boodschap moet zijn.
„Dat vind ik nog steeds. ”Als je verdwaalt” is een christelijk boek, maar ik zoek altijd naar iets waardoor het niet doorsnee is. Bij mij bidden en danken personages, maar dat vind ik zo vanzelfsprekend dat ik dat niet hoef te benadrukken. Schrijven dat ze dat doen zegt nog niets over de inhoud van hun geloofsworstelingen. Ik zoek altijd een originele manier om het christelijke een plek te geven. Opeens kwam ik op het idee om Jip tegen de schapen over geloofszaken te laten praten” (zie ”Bij de schapen praat Jip over haar geloofsvragen”). Het Bijbelboek Job speelt in dat fragment, maar ook in de rest van de roman, een grote rol. Ik hou van de taal van dat boek en van het enorme verdriet dat erin zit. Dat je alles kwijtraakt maar tegelijk God kunt loven, dat is voor mij de essentie van geloof.”
Er zullen ook mensen zijn die zeggen: Voor een christelijke roman had de christelijke boodschap wel explicieter gemogen.
„Dat mogen ze zeggen. Voor mij is het genoeg om te laten zien dat Jip de Bijbel kent en dat het boek Job haar diep raakt. Je maakt geen christelijk boek door te schrijven dat de personages naar de kerk gaan. Ik wil het subtiel houden.”
U bent schrijver en illustrator. Komt er nog eens een volwassenroman met illustraties van uw hand?
„Wie weet. Ik wil graag een boek over Indonesië maken. Daar ben ik drie keer geweest. Maar ik heb niet de ambitie dat er volgend jaar weer een boek ligt. Zo werkt het niet bij mij. Ik heb net een tentoonstelling van mijn werk gehad, nu teken ik gewoon weer in kleine schetsboekjes.”