Verdachten vermeende moordbende Taghi blijven in de cel
De rechtbank heeft vrijdag alle verzoeken tot vrijlating van verdachten in het proces Marengo afgewezen. Een aantal advocaten had de rechtbank gevraagd het voorarrest van hun cliënten op te heffen. Het Openbaar Ministerie verzette zich daartegen, omdat de verdenkingen te ernstig en de aanwijzingen tegen de verdachten te sterk zijn.
De rechtbank volgde het OM in die visie. Het proces draait om een reeks liquidaties, gepleegd door een criminele groep die zou zijn geleid door Ridouan Taghi. Zijn zaak is onderdeel van Marengo, maar wordt door de rechtbank op 6 maart apart van de rest besproken. Taghi heeft laten weten dat hij niet in de rechtszaal zal verschijnen. Het OM bevestigde dat vrijdag nog eens.
Drie van de in totaal zeventien verdachten zijn eerder op vrije voeten gesteld. Zij mogen hun definitieve berechting in vrijheid afwachten. Donderdag en vrijdag hield de rechtbank in de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp tussentijdse zittingen in de zeer omvangrijke zaak. De inhoudelijke behandeling van de zaak wordt pas volgend jaar verwacht. Sommige raadslieden voorzien complicaties en vrezen uitstel naar 2022. De rechtbank gaat daar niet in mee, merkte zij vrijdag op, „omdat daar geen concrete aanwijzingen voor zijn”.
Een van die complicaties is wat de advocaten betreft de inzage in de enorme hoeveelheid onderschepte communicatie over misdrijven tussen verdachten onderling, waaruit justitie put voor het bewijs. Het gaat om geheim berichtenverkeer dat door specialisten is ontcijferd. Verdachten en advocaten willen dat materiaal kunnen onderzoeken, maar de mogelijkheden daartoe vinden zij te beperkt.
Ander bewijs ontleent het OM aan een stapel verklaringen van kroongetuige Nabil B. Tussen advocaten en OM is discussie ontstaan over wat hij wel en niet verplicht is te verklaren. De rechtbank zal na de zitting rond Taghi zeggen wat zij hiervan vindt.
De volgende inleidende zittingen in Marengo zullen plaatsvinden op 18 en 19 mei.