Binnenland

Verzamelaar De Ruijter uit Hardinxveld-Giessendam knapt militaire voertuigen op

Baltus de Ruijter uit Hardinxveld-Giessendam kocht een jaar of dertig geleden zijn eerste militaire voertuig. Inmiddels is er op het terrein aan de Rivierdijk, waar familie De Ruijter een bouwbedrijf runt, een rijdend museum ontstaan van pakweg dertig militaire voertuigen. „We willen laten zien hoe knap de techniek van die voertuigen is en ons respect tonen voor de mensen aan wie wij onze vrijheid te danken hebben.”

André Bijl
28 February 2020 09:51Gewijzigd op 16 November 2020 18:21
Baltus de Ruijter uit Hardinxveld-Giessendam in zijn rijdend museum van militaire voertuigen. beeld André Bijl
Baltus de Ruijter uit Hardinxveld-Giessendam in zijn rijdend museum van militaire voertuigen. beeld André Bijl

Het eerste voertuig dat De Ruijter kocht, was een Willys MB. „Die kwam ik tegen in de schuur van iemand waar ik aan het werk was. Ik kocht ’m en knapte de auto op samen met onze kinderen. Maar ons gezin breidde uit en van lieverlee pasten de kinderen er niet meer in, dus zocht ik naar iets groters. Prachtig om aan deze auto’s te sleutelen.”

De hobby groeide uit tot een passie, waarbij ook zijn vrouw Marri, hun zes kinderen en een complete vriendengroep betrokken raakten. „Ook de kinderen kregen de smaak te pakken. Sommigen zaten op hun twaalfde al achter het stuur. Gelukkig lag er bij het bedrijf een groot eigen terrein, zodat dat niet echt kwaad kon. Een van onze zoons begon al gauw met sleutelen, zijn vriend vond het ook prachtig. De groep werd steeds groter: de vrienden van onze kinderen gingen meedoen, een paar schoonzoons volgden. Meerdere avonden in de week én op zaterdagmiddag zat in de loods een hele groep te sleutelen. Met elkaar besteedden we veel vrije tijd aan de restauratie van de voertuigen.” Op internet speurden de liefhebbers naar steeds grotere, liefst zeldzame exemplaren. Zo groeide de collectie gestaag.

Roest

„Sommige voertuigen zijn na een paar maanden klaar, bij andere duurt het jaren. Deze takelwagen was van voor tot achter één bonk roest. Dan ben je jaren bezig om alle onderdelen uit elkaar te halen, te stralen en stuk voor stuk opnieuw te verven. Gaten worden gelast en de versnellingsbak, elektrische installatie, remkabels en motor hersteld. Kijk, deze Buick is één van onze pronkstukken. Die auto was zwart, tot hij gevorderd werd door het leger. Toen werd-ie groen gespoten en was het ineens een militaire auto. Deze M4 tanktrekker moet compleet gerestaureerd worden. Dat vergt misschien vijf jaar of nog langer, maar het is een uitdaging om ’m weer aan het rijden te krijgen. Via internet, beurzen en onze contacten proberen we aan onderdelen te komen.”

De sleutelaars investeren vooral veel arbeid in hun hobby, al constateert De Ruijter wel dat in 30 jaar tijd de prijzen enorm zijn gestegen. „Vooral van kleinere voertuigen. Die kunnen de liefhebbers nog kwijt in een garage of boerenschuur. Met grotere voertuigen is dat lastiger. Destijds kocht ik m’n eerste Willys voor 6000 gulden, nu betaal je zomaar 25.000 euro.”

Saamhorigheid

De Ruijter en zijn vrouw hebben hun kinderen en hun vriendengroep altijd gestimuleerd om met deze hobby door te gaan. „Ze leerden ervan, het zorgde voor saamhorigheid en het hield ze van de straat. Sommige vrienden komen al 25 jaar over de vloer. Die beschouwen we als eigen kinderen.” Toen het wagenpark groeide, richtte De Ruijter de stichting ”Het Groene Virus” op. Daar werden de voertuigen in ondergebracht. „Niemand heeft eigenlijk een eigen voertuig. Al is het wel zo dat bijna iedereen steeds in dezelfde auto rijdt. Als die kapot gaat of er gebeurt een ongelukje mee, lossen we dat met elkaar op.” Inmiddels wordt aan de Rivierdijk een compleet nieuwe loods neergezet. De begane grond is bestemd voor het bouwbedrijf, de militaire voertuigen krijgen op de eerste verdieping een ereplaats.

De leden van Het Groene Virus zijn in de ban van militaire voertuigen. „Maar we spelen zeker de oorlog niet na. Oorlog is één grote verschrikking en zorgt aan beide kanten voor ellende. Maar de techniek die in die voertuigen wordt verwerkt, is verbazingwekkend. Bovendien heb ik groot respect voor onze bevrijders. Jonge jongens uit onder meer Amerika, Canada en Engeland die hun leven gaven voor onze vrijheid. We zijn een paar keer met elkaar naar de invasiestranden in Normandië geweest. Dan stonden we daar met acht van onze auto’s op het strand. Je wordt stil als je je realiseert hoeveel jonge mensen daar om het leven zijn gekomen.”

De leden van het Groene Virus werken volop mee aan de viering van 75 jaar bevrijding. „In het najaar van 1944 werden Brabant en Zeeland al bevrijd. Wij reden afgelopen herfst mee in een tocht rond Bergen op Zoom waar zo’n 250 voertuigen aan meededen. Op 4 mei rijden drie wagens van ons naar Wageningen om het bevrijdingsvuur op te halen, ’s nacht brengen we het vuur naar Hardinxveld. Bovendien organiseert de plaatselijke Oranjevereniging een aantal activiteiten rond het thema bevrijding. Als onderdeel daarvan maken leerlingen van de basisscholen op 5 mei een ritje met onze auto’s.

Jeugd

Baltus de Ruijter vindt de viering van 75 jaar bevrijding heel bijzonder. „We mogen dankbaar zijn dat we al zo lang in vrijheid leven. Het aantal mensen dat de oorlog meemaakte, wordt steeds kleiner. Dat betekent ook dat de verhalen uit die tijd langzamerhand verdwijnen. Vrijheid geeft ook verantwoordelijkheid, de viering van 75 jaar bevrijding verplicht ons tot nadenken over heden en toekomst. Daar moeten we ook de jeugd bij betrekken. Wij doen dat met die rondritten op onze manier.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer