Duitsland moet euthanasiewet herzien
Het Duitse constitutioneel hof in Karlsruhe heeft woensdagmorgen een streep gezet door de Duitse euthanasiewet uit 2015 waarin „professionele hulp bij zelfdoding” werd verboden.
Dit betekent dat artsen die hulp bieden bij zelfdoding vooralsnog niet vervolgd kunnen worden. De Bondsdag moet dus de rol van de arts uit de palliatieve zorg herzien.
In 2015 scherpte de Bondsdag de Duitse euthanasiewet flink aan. Anders dan in Nederland was in Duitsland euthanasie verboden, maar was (hulp bij) zelfdoding al 140 jaar toegestaan in Duitsland. Toch werd dit na een emotioneel debat in de Bondsdag in 2015 verboden. De ingreep was vooral bedoeld om organisaties te dwarsbomen die op professionele wijze hulp bij zelfdoding aanboden.
De uitspraak van het federaal grondwettelijk hof in Karlsruhe zet nu een streep door deze aanscherping. Het gaat mee in de aanklacht van artsen en patiënten die vonden dat de wet tegen het mensenrecht op zelfbeschikking ingaat. Dit betekent dat de Duitse politiek opnieuw naar de euthanasiewet moet kijken, en dat artsen die hulp bieden bij zelfdoding vooralsnog niet vervolgd kunnen worden.
Aanklacht
De wet, die van aanvang aan omstreden was, verbiedt de zogenaamde professionele hulp bij zelfdoding. Familieleden die helpen, worden niet vervolgd, maar artsen die dit bij herhaling zouden doen, maakten zich strafbaar.
Wanneer artsen op verzoek van ernstig zieke mensen dodelijke medicijnen voorschrijven, wordt dit beschouwd als professionele hulp bij zelfdoding. De bewuste paragraaf 217 voorziet onder meer in gevangenisstraffen tot drie jaar als artsen patiënten herhaaldelijk helpen bij het plegen van zelfmoord.
Onder meer patiënten, artsen en euthanasie-organisaties hebben een aanklacht ingediend tegen de paragraaf.
Het is in strijd met het grondwettelijk gewaarborgde zelfbeschikkingsrecht van de mens, zo luidt het kernargument van de eisers.
Eigenlijk wilde de Bondsdag in 2015 vooral een einde maken aan de ‘Sterfhulpverenigingen’. Het wetboek van strafrecht, paragraaf 217, criminaliseert echter ook artsen uit de palliatieve zorg zoals Matthias Thöns, een van de mede-klagers in de zaak.
„De advocaten zien onder professionele hulp wanneer iemand herhaaldelijk iets doet of herhaaldelijk iets plant. Dit betekent dat zelfs als ik als arts in deze zeer, zeer zeldzame gevallen help, ik al bedreigd word door het strafrecht omdat ik waarschijnlijk de volgende keer in dezelfde situatie weer zal helpen”, zegt Thöns tegen radiozender Deutschlandfunk. „Mijn geweten is geen eendagsvlieg, de volgende keer zal ik het op dezelfde manier zien.”
Tegengeluid komt er van Eberhard Schockenhoff, hoogleraar katholieke moraaltheologie aan de Universiteit van Freiburg. Hij wijst bij de radiozender op de liberale euthanasiewetten in België of Nederland. „We zien dat daar de grenzen gestaag zijn opgeschoven. In Nederland werden bijvoorbeeld psychiatrische ziekten in eerste instantie uitgesloten. Later werden ze toch toegelaten. Toen waren er regels voor de bescherming van minderjarigen. Die zijn later ook verruimd.”
Hoe wordt in de toekomst de hulp bij zelfdoding in Duitsland geregeld? Experts verwachtten al dat de constitutionele rechters de huidige wet tenietdoen. De openbare hoorzitting in Karlsruhe een paar maanden geleden maakte duidelijk dat de Bondsdag waarschijnlijk op zijn minst de rol van de artsen zal moeten herschrijven.