Duitsland debatteert met veel emotie over euthanasie
BERLIJN. Mag je hulp bieden bij zelfdoding? De Duitse Bondsdag discussieerde er donderdag over. Geen thema beroert Duitsland heviger. De scheur tussen voor- en tegenstanders loopt dwars door de partijen heen.
Het is het moeilijkste, het heftigste debat van deze kabinetsperiode, zegt Bondsdagvoorzitter Norbert Lammert (CDU) aan het begin van het debat. Maar liefst 48 Bondsdagleden mogen (kort) het woord nemen. Partijdiscipline speelt geen rol, parlementariërs mogen hun eigen standpunt volgen. Een uniek debat van vier uur.
Euthanasie is een beladen term in Duitsland. Het draagt de last van Adolf Hitlers doodscultuur uit het Derde Rijk met zich mee. De nazileider liet zeker 70.000 gehandicapten doden. Daarom wordt liever de term ”Sterbehilfe” (stervenshulp) gebruikt.
Hulp bij het sterven is een onderwerp dat in de sterk vergrijzende samenleving steeds nadrukkelijker op de voorgrond komt. De vraag waarover de politiek zich nu buigt is; mag je anderen die hulp bieden?
Actieve euthanasie (toedienen van een dodelijk middel) is in Duitsland verboden. Passieve euthanasie, zoals het stoppen van een behandeling, is soms toegestaan. Artsen mogen helpen, mits de patiënt het medicijn zelf inneemt. Maar vaak lopen artsen het risico de wet te overtreden.
De politiek moet dus een lijn trekken en die loopt dwars door de partijen heen. „Nu de deur op een kiertje zetten, betekent dat dat de deur nooit meer dicht kan”, stelt CDU-parlementariër Michael Brand. Zijn collega Kathrin Vogler (Linke) valt hem bij. „We hebben de plicht niet om de weg naar de dood te vereenvoudigen.”
Haar partijgenoot Petra Sitte werpt tegen: „Zelfdoding door verhongering omdat er geen hulp is, is dat niet meedogenloos?” Ze vindt CSU’er Johannes Singhammer tegenover zich. „We moeten de dood niet organiseren. Mijn leven is in Gods hand.” Ook de minister van Gezondheid, Hermann Gröhe (CDU), maant tot voorzichtigheid. „Suïcide mag je niet als service aanbieden.”
Een paar keer vloeien er tranen in de Bondsdag, zoals bij Grüneparlementariër Lisa Paus. „We moeten af van het taboe op stervenshulp.” Haar eigen fractievoorzitter Katrin Göring-Eckardt –oud-voorzitter van de synode van de Evangelische Kerk in Duitsland– vertolkt een ander standpunt. „We hebben geen hulp bij het sterven nodig, maar moed om te leven.”
In oktober laaide de discussie al op toen een bekende Duitse hoofdredacteur zichzelf van het leven beroofde. Zelfs populaire talkshows wijdden er uitzendingen aan. De scheidend voorzitter van de Evangelische Kirche (EKD), Nikolaus Schneider verscheen op tv. Hij maakte er geen geheim van dat hij op verzoek bereid zou zijn om zijn zieke vrouw in het uiterste geval te assisteren bij zelfdoding.
Het zou tegen de principes van Schneider indruisen. Maar als zijn vrouw –die hier anders over denkt– het wil, dan regeert volgens hem de liefde, niet de theologie. De reacties zijn niet mals. Van de beide grote kerken is de EKD wel de liberaalste, maar toch: als een kerkman zóiets zegt, luistert het hele volk gespannen.
Volgend jaar komt de regering met een wetsvoorstel.