Analyse moskeeverhoren: Opeens kwam de islamles vol in beeld
Zes dagen lang hield een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer verhoren over de invloed uit onvrije landen op Nederlandse moskeeën. Wat leverde dat op?
Op de eerste verhoordag van de commissie leek het meteen raak. Grote namen uit de inlichtingenwereld kwamen langs, met veelal verontrustende verhalen, al waren die deels al bekend. AIVD-chef Schoof sprak over salafistische aanjagers rond moskeeën; moslims met een afkeer van de samenleving die bewust proberen een jongere generatie te beïnvloeden met steeds extremere ideeën. Terreurdeskundige Sandee schetste de betrekkingen tussen aan de moslimbroederschap gelieerde liefdadigheidsorganisaties in Koeweit en Qatar en moskeeën in Nederland.
Maar toch, ietwat mistig blijft het ook na zes verhoordagen. Wat moeten burgemeesters bijvoorbeeld doen wanneer de AIVD hen vertrouwelijk over verdachte giften aan moskeeën informeert? Hoe alarmerend is de boodschap: Die moskee in uw gemeente ontving een kapitaal bedrag van een liefdadigheidsinstelling die de VN of de VS in verband brengt met terrorisme? Overheden worstelen daar mee, ook omdat het aannemen van giften niet strafbaar is.
„Wie betaalt, bepaalt”, zei Sandee, maar zo stellig zijn veel burgemeesters niet. Als een moskee enige tijd na de gift een conferentie belegt met radicale predikers die gelieerd lijken te zijn aan zo’n charitatief fonds, is dat dan doorslaggevend bewijs voor beïnvloeding? En dus voor stevig ingrijpen?
Liever houden gemeenten de lijntjes met moskeeën als het even kan enigszins open, zodat vooroverleg over het wel of niet uitnodigen van gastimams mogelijk blijft. Het is de vraag of de commissie hen in april in haar eindrapport van meer concrete handvatten kan voorzien.
Of deze financiering wettelijk aan banden te leggen is, is nog maar de vraag. Het kabinet wil het proberen, maar een adviesaanvraag daarover aan de Raad van State is pas net verstuurd.
Toezicht
Minder mistig, maar juist hoe langer hoe duidelijker wordt dat de salafistische moskeeën in Utrecht of Den Haag veel meer dan alleen een gebedshuis willen zijn. Ze hebben de ambitie uit te groeien tot een islamitisch centrum met een eigen onderwijs- en hulpverleningstak, én zijn hard op weg om die aspiraties waar te maken.
De Al-Fitrahmoskee in Utrecht is al zover, bleek uit de verhoren. Veelbetekenend was dat de Utrechtse VVD-burgemeester Van Zanen, die ook voorzitter is van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), in dit verband spreekt van een exportproduct. Oftewel: in navolging van Al-Fitrah en soms met bemoeienis van die instelling worden moskeeën ook in andere plaatsen uitgebouwd tot bredere instituten om nog meer moslims te kunnen rekruteren en nog meer draagvlak te verwerven in de wijk.
Diverse gemeenten lieten het informele godsdienstonderwijs dat ook online wordt aangeboden tot dusver grotendeels ongemoeid. Niet heel attent, zo blijkt uit media-onthullingen. Uitgerekend in die lessen dragen docenten omstreden boodschappen uit over liberale moslims, ongelovigen of vrouwenbesnijdenis.
Van Zanen toonde zich van de ondervraagde bestuurders het meest alert. Hij gelastte twee omvangrijke studies naar de moskeeschool alsook naar het welzijnswerk van Al-Fitrah in zijn stad. De onderzoekers, werkzaam bij het Verwey-Jonker Instituut, betogen in iets andere bewoordingen hetzelfde als Schoof: salafistische moskeeën kunnen met hun moskeescholen een schadelijke vorm van segregatie in de hand werken.
Helder was dan ook Van Zanens oproep aan de Tweede Kamercommissie: Doe hier wat aan. Zijn aanbeveling: het toezicht op de moskeescholen moet worden verscherpt. Bijvoorbeeld door de onderwijsinspectie meer bevoegdheden te geven, óf door de moskeeles onder te brengen bij het reguliere, openbare onderwijs.
Zo komt er een handelingsperspectief in beeld waarover de Kamer in mei, na het commissierapport, wél volop kan debatteren: het aan banden leggen van de informele, religieuze godsdienstles. Zo’n debat zou recht doen aan de waarschuwingen die de commissie kreeg. Spannend wordt dan wel de vraag of voorstellen om het toezicht aan te scherpen alleen zullen zien op moskeescholen, of ook op streng-reformatorische vormen van informeel, religieus onderwijs.