Pastors trekt moskeenota Rotterdam in
Wethouder Pastors (Leefbaar Rotterdam) heeft dinsdag de nota ”Ruimtelijk moskeebeleid 2004” ingetrokken. Hij deed dat na kritiek van onder meer de raadscommissie fysieke infrastructuur en verscheidene moslimorganisaties in Rotterdam.
Met de in juni gepresenteerde nota wilde het college van burgemeester en wethouders vastleggen dat nieuwe moskeeën wat architectuur en gebruikte materialen betreft moeten passen in de buurt waarin ze komen te staan. Het college dacht verder de bepaling in het bestemmingsplan te kunnen schrappen waardoor bij een gebedshuis automatisch een toren van maximaal 35 meter hoog kan worden gebouwd. Verder wilde het college bereiken dat in de moskeeën behalve gebedsdiensten ook activiteiten plaats zouden vinden die tot een goede band met omwonenden zouden moeten leiden.
Oppositie en coalitiepartijen waren dinsdag eensgezind in hun kritiek. Alle partijen betreurden het dat de nota zonder overleg met bijvoorbeeld moskeebesturen was opgesteld. De meeste fracties vonden bovendien dat de nota te veel ging over wat er in de gebouwen zou moeten gebeuren en te weinig over ruimtelijk beleid, de eigenlijke taak van deze commissie.
Pastors daarentegen verweet de commissie te weinig in te gaan op de inhoud van de nota, waardoor het vooral een discussie op basis van sentimenten werd. „Jammer, want we hebben gekeken wat er bij de Essalam-moskee gebeurde en proberen herhaling te voorkomen.” Het college heeft het moskeebestuur vorig jaar vergeefs verzocht deze nieuwe moskee in Rotterdam-Zuid een moderne aanblik te geven.
Pastors reageerde fel op het verwijt dat hij schrijft dat er weerstand is tegen de bouw van een moskee, hoewel dat nooit is onderzocht. „Er wordt wel heel erg makkelijk gedaan alsof ik de enige ben die gek is geworden. Ik heb veel aanwijzingen dat het speelt. De inzet van deze nota was ervoor te zorgen dat uiteindelijk meer mensen zeggen dat ze het gebouw dat er komt te staan, mooi vinden. Ik weet zeker dat als we zo doorgaan als met de Essalam-moskee de weerstand in de samenleving alleen maar groter wordt.”
Een nieuw voorstel is niet op korte termijn te verwachten. „Het debat over de islam in de stad, dat dit najaar begint, krijgt voorrang. Deze nota tillen we over dat debat heen”, aldus Pastors.
De Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (Spior) beschouwt het als een overwinning dat de wethouder het plan zelf heeft teruggenomen. „Wij vinden het geweldig dat hij er zelf ook van overtuigd is geraakt dat hij het zo niet aan de gemeenteraad kon aanbieden”, aldus directeur I. Spalburg.
De organisaties vonden de nota ver beneden peil, belerend en naar van toonzetting. Ze werden in hun opvatting gesteund door de portefeuillehouders welzijn in de Rotterdamse deelgemeenten. Ook die namen afstand van de nota, die ze juridisch onvoldoende onderbouwd vonden en die volgens hen „de in voorbereiding zijnde dialoog met de islam ernstig belast.” Volgens bestuurders in de deelgemeenten zou de nota leiden tot „een door ons ongewenste uitzonderingspositie vol beperkingen voor Rotterdammers die de islam aanhangen.”
In een brief aan de gemeenteraad zetten de deelgemeenten ook vraagtekens bij de aanleiding tot de notitie. Als reden noemt het college de toenemende weerstand tegen de bouw van moskeeën. Maar volgens de deelgemeenten verzuimt het college zijn standpunten te onderbouwen. „De discussie over de moskee in Feijenoord werd voor een groot deel ingegeven door het verlies van openbare ruimte. De grote aandacht voor de vormgeving is ook maar beperkt een punt van discussie geweest, in de meeste deelgemeenten is er zelfs nog nooit over gesproken”, aldus een woordvoerder van de deelgemeenten.
„De eventuele weerstand en onrust zou bespreekbaar gemaakt moeten worden in de dialoog met de moslimgemeenschap. Maar dat is iets heel anders dan de vermeende weerstand als overheid over te nemen en zelfs tot beleid te verheffen.”