Blik op het Midden-Oosten: De echte revolutie voltrekt zich in de harten
Opstanden bepalen de gebeurtenissen in het Midden-Oosten al bijna tien jaar lang. Maar achter die revoltes slaat een nog veel grotere revolutie om zich heen: die van de secularisering.
Er zijn mensen die graag te pas en te onpas beweren dat het Midden-Oosten honderden jaren achterloopt. Nu valt er op die stellingname veel af te dingen, maar tot op zekere hoogte klopt het inderdaad dat het Midden-Oosten in een fase zit waarmee West-Europa al na de Middeleeuwen heeft afgerekend. Het klopt in elk geval voor de plaats die God inneemt in de maatschappij.
God is in het besef van miljoenen mensen in het Midden-Oosten nog altijd alomtegenwoordig. Voor een soortgelijk maatschappelijk besef in het Westen moeten we terug naar de Middeleeuwen. Toen was God ook in Europa nog het vanzelfsprekende fundament onder alles wat bestond. Pas vanaf de 15e eeuw begon dat beeld te kantelen. Technische en wetenschappelijke revoluties zorgden ervoor dat de aanwezigheid van God in de dingen van alledag helemaal niet meer zo vanzelf sprak.
Het lijkt er sterk op dat het Midden-Oosten langzaam maar zeker in een soortgelijke cruciale fase is beland, hoewel dit proces haast onzichtbaar is. Nog altijd is de islam overal. De vijf dagelijkse gebedsoproepen schallen nog continu en doordringend over iedere stad, ieder dorp en ieder gehucht. Het taalgebruik van de meeste mensen is nog onverminderd vergeven van de verwijzingen naar Allah. En dat geldt niet minder voor hun namen.
Maar tegelijk is de vanzelfsprekendheid daarvan in het denken van heel wat mensen weg. De oproep van de moskee resoneert in steeds minder harten. De ”inshalla’s” en ”mashalla’s” klinken steeds vaker als holle frases. Dat blijkt althans uit diverse onderzoeken, zoals dat van Arab Barometer. Dat onderzoeksnetwerk bekeek vorig jaar in hoeverre moslims in de Arabische wereld zich niet religieus noemen. In vijf jaar tijd was dat percentage gestegen van 8 naar 13 procent. In een land als Iran ligt dat percentage nog veel hoger. Nu is voorzichtigheid vereist, want een net iets andere vraagstelling zou zomaar andere resultaten kunnen hebben gehad.
Toch is die secularisatie van het hart wel degelijk aanwijsbaar in het Midden-Oosten, constateren mensen als de Libanese Midden-Oosten-commentator Karl Sharro. „Je kunt het voelen in veel plaatsen, inclusief de Golf”, zei hij onlangs in The New York Times.
Ontevredenheid met de islam is een van de belangrijkste drijfveren, zo blijkt. Een decennium van revoluties en oorlogen in naam van de islam heeft niet gebracht wat velen ervan hadden gehoopt. Als oorlog en geweld de voornaamste uiterlijke kenmerken zijn van de islam, hoeft het voor velen niet meer.
De conclusies die mensen daaruit trekken, zijn verschillend. Er zijn mensen die in het systeem van de islam blijven, maar in hun hart zijn geseculariseerd. Anderen worden openlijk atheïst of agnost. Weer anderen ruilen de islam in voor het christendom, waardoor er vandaag de dag meer christenen zijn met een moslimachtergrond dan ooit tevoren in de wereldgeschiedenis.
Dit proces verloopt sluipend. Maar het is niets minder dan een revolutie achter de revoluties. Deze revolutie van het hart zou op de lange termijn weleens een veel grotere impact kunnen hebben op het leven dan alle opstanden bij elkaar.