De minister heeft de uitdrukkelijke garantie gekregen van Turkije dat Kesbir, een kopstuk van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, een eerlijk proces en een eerlijke behandeling zal krijgen, die voldoen aan de internationale verdragen. Eerder stemde de Hoge Raad al in met de uitlevering aan Turkije, maar hij gaf daarbij het advies dat Donner specifieke garanties zou vragen aan Turkije omtrent haar situatie. Dat is gebeurd, aldus het ministerie.

Kesbir spant een kort geding aan tegen het besluit van de minister. Dat heeft haar advocaat, V. Koppe, dinsdag meegedeeld. Justitie heeft al gemeld dat zij de uitkomst van een geding mag afwachten in Nederland.

De afgelopen tijd heeft de Koerdische er alles aan gedaan om uitzetting uit Nederland te voorkomen. Minister Verdonk van Vreemdelingenzaken weigerde haar een asielvergunning. Terecht, oordeelde de Raad van State in juli nog. In mei bepaalde de Hoge Raad al dat Kesbir mag worden uitgeleverd.

De Turkse autoriteiten verdenken Kesbir ervan dat zij tussen 1993 en 1995 betrokken was bij een campagne van de PKK om door de overheid aangestelde dorpswachters te liquideren, en willen haar daarvoor berechten. Kesbir spreekt de beschuldigingen tegen. Ze vreest dat haar in Turkije een oneerlijk proces en folteringen te wachten staan.

Veel Koerden steunden Kesbir met massale demonstraties. Zelf ging ze in het voorjaar nog ruim een maand lang in hongerstaking. Daarnaast hebben organisaties als de Verenigde Naties en Human Rights Watch hun ernstige zorgen uitgesproken over de op handen zijnde uitlevering. De VN meende dat er eerst keiharde garanties nodig waren van de Turkse autoriteiten.