‘Waterpolitie loog in onderzoek drugsboot Moerdijk’
Agenten van de waterpolitie die op 10 mei vorig jaar ontdekten dat op een binnenvaartschip in Moerdijk een drugslaboratorium in werking was, zouden in het onderzoek hebben gelogen. Doel van die leugens was het zwaarder maken van de verdenking tegen schipper Cor B. om hem „maximaal” veroordeeld te krijgen. Het Openbaar Ministerie heeft hierdoor het recht op vervolging verspeeld en B. moet daarom vrijuit gaan.
Dat betoogde B.’s advocaat Bart Welvaart dinsdag voor de rechtbank in Breda, waar de zaak rond de drugsboot inhoudelijk wordt behandeld. B. (66) staat terecht met drie Mexicaanse medeverdachten. Op het schip, de 85 meter lange Arsianco, werd de harddrug crystal meth geproduceerd.
B. ontkent dat hij iets met het drugslab te maken had. Hij zou er nooit een voet over de drempel hebben gezet. Welvaart had geen goed woord over voor het optreden van de betrokken agenten. „Er is gedraaid en gelogen”, zei de raadsman. Er zijn volgens hem onwaarheden in processen-verbaal opgeschreven en twee agenten hebben als getuige bij de rechter-commissaris gelogen. De leider van het onderzoek zou de betrokken agenten hebben aangezet het bewijs tegen B. „op te plussen”, om een rechtstreeks verband te creëren tussen B. en het drugslab.
Met hun gedrag hebben de politiemensen een doodzonde begaan, vindt de advocaat, wat hard moet worden afgestraft. Hij vroeg de rechtbank zijn cliënt direct vrij te laten uit voorarrest en het schip aan hem terug te geven. De advocaten van de Mexicaanse verdachten sloten zich bij het betoog van Welvaart aan.
Volgens het Openbaar Ministerie werpt de advocaat „een rookgordijn” op en is er door de betrokken agenten niet „bewust” gelogen. Er is geen sprake van fouten die de geldigheid van de strafvervolging onderuit haalt, vindt het OM.
De rechtbank beraadt zich op het gevoerde verweer en de reactie daarop van het OM.