Veerman gebruikt deze dagen van de informele landbouwraad om de standpunten over het veetransport bij zijn landbouwministers van de andere EU–lidstaten te peilen. Het vervoer van de dieren staat voor deze bijeenkomst niet op de agenda, maar zou volgens A. Oostra, directeur–generaal van het ministerie van Landbouw mogelijk later dit jaar wel ter sprake komen. Volgens Oostra zijn er „bemoedigende signalen" dat afspraken te maken zijn. De komende weken moet daar meer duidelijkheid over komen.

Dit voorjaar slaagden de lidstaten er niet in een akkoord te bereiken over verbetering van de veetransporten. De standpunten lagen te ver uit elkaar. Omdat „twee ambitieuze landen" hun eisen van toen willen bijstellen, wil Nederland als EU–voorzitter het onderwerp opnieuw bespreken.

Voor een akkoord moet er wel flink wat water bij de wijn. Een algehele beperking van de reistijd voor alle landbouwdieren is niet in zicht. Mogelijk door onderscheid te maken tussen bijvoorbeeld varkens en kalveren is een compromis wel mogelijk.

Ook kunnen strengere eisen voor de omstandigheden, waaronder de dieren reizen, de situatie verbeteren. Als voorbeeld noemde Veerman het traceren van de vrachtwagens. Dat moet met behulp van een GPS–systeem gebeuren. Op die manier kan beter in de gaten gehouden worden of de vervoerders zich aan de bestaande regels voor het veetransport houden.