Synode GGiN buigt zich opnieuw over kwestie Opheusden
De synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) heeft donderdag in Barneveld een vervolgvergadering gehouden. Een van de bespreekpunten vormde de berichtgeving in diverse media deze week over de kwestie Opheusden.

Dat liet het moderamen (bestuur) van de synode donderdagavond weten.
In onder meer dagblad De Gelderlander werd maandag de suggestie gewekt dat het vertrek van ds. A. van Voorden bij de ggiN te Opheusden –in 2018– verband hield met zijn aanpak van incestzaken in de gemeente. „Een grondig onderzoek naar die scheuring door het allerhoogste kerkorgaan heeft nu naar boven gebracht dat het omgaan met en bespreken van ‘misbruik’ een rol speelde bij de kerkscheuring”, aldus De Gelderlander.
Hoewel enkele bezwaarde gemeenteleden tijdens het onderzoek door de synodale commissie Opheusden dit verband hebben gesuggereerd, is daarvan geen sprake, aldus het moderamen in een persverklaring. „Zowel de kerkenraad als ds. A. van Voorden, die in 2018 een gezamenlijk verzoek tot losmaking indienden bij de classis, benadrukt dit verband niet te zien.”
„In haar rapportage naar de synode van november 2019 heeft de landelijke commissie de synode daarom geadviseerd om zeker te stellen dat de belangen van incestslachtoffers bewaakt worden en dat er zorggedragen wordt voor professionele behandeling en begeleiding”, schrijft het moderamen verder. „Hiermee heeft de synode van harte ingestemd, en de commissie gevraagd hierover opnieuw in contact te treden met desbetreffende gemeenteleden. Er is, anders dan in de pers gemeld, geen sprake van een onderzoek door de plaatselijke kerkenraad. Deze aanpak heeft de volkomen instemming van alle bij de kerkelijke problemen betrokken partijen: de kerkenraad van Opheusden, ds. Van Voorden en de afgevaardigden tijdens de synodevergadering, en staat verder los van de problemen die in Opheusden ontstonden rond het vertrek van ds. Van Voorden.”
De synode heeft besloten dat de resultaten van het onderzoek zullen worden voorgelegd aan onafhankelijke deskundigen buiten het kerkverband om de aanpak te toetsen. „Overigens fungeert ten behoeve van het kerkverband een centraal meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Slachtoffers kunnen zich desgewenst ook melden tot een soortgelijk meldpunt buiten het kerkverband.”
De synode heeft moderamen- en commissielid ouderling G. R. J. van Heukelom (Nieuwerkerk) aangewezen als woordvoerder in deze zaak.
Preses ds. A. Geuze (Gouda-Gerbrandyweg) opende de vergadering ’s morgens met een meditatie over Mattheüs 11:28-30: „Leert van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart.” Vervolgens droeg hij de leiding van de vergadering over aan assessor ds. O. M. van der Tang (Alblasserdam). In het moderamen zaten verder ds. M. Krijgsman (Arnemuiden), ouderling G. R. J. van Heukelom (Nieuwerkerk) en ouderling W. Verboom (Vriezenveen). Ouderling C. Dubbeld (Gouda-Gerbrandyweg) werd scriba-questor, ouderling M. W. Stouten (Terneuzen) tweede scriba.