Op naar een tweede politieke carrière
DEN HAAG - Pas nadat hij in 1998 in de Tweede Kamer kwam, werd geboren VVD’er Geert Wilders uitgesproken rechts. Zijn stijl en inhoud keek hij af bij Bolkestein, de les van Fortuyn gaf hem een vliegende ambitie. Hoe een veertigjarige Venloënaar een tweede politieke carrière start.
„Hij was een goeie maat, hij is een goeie maat, hij blijft een goeie maat”, zegt landbouwwoordvoerder Gerrit-Jan Oplaat droef. Samen met Wilders schreef hij vlak voor het zomerreces een tienpuntenplan om de VVD tot een rechtsere koers te bewegen. „Natuurlijk geeft het een band dat we allebei aan dezelfde kant van de partij opereren. Maar wat ik vooral in hem waardeer, is dat hij als een van de weinigen recht door zee is gebleven in de politiek.”Onderwijsspecialist Clemens Cornielje herkent dat, al zal híj Wilders geen vriend noemen. „Ik was het regelmatig met hem oneens en dat zei ik hem dan recht in zijn gezicht. Dat kon hij hebben, daar hield hij van.” Voorzitter Rien Geutjes van de Limburgse VVD-afdeling kent heel wat mensen „die voor Geert door het vuur zouden gaan.” Het grote voordeel aan Wilders is volgens hem dat je „altijd precies weet wat je aan hem hebt.”
Geutjes vindt het verschrikkelijk dat het donderdagavond zo ver moest komen. „Woensdag heb ik de partijvoorzitter nog opgebeld: Doe alles om hem binnenboord te houden.” De Limburgse afdeling verliest nu een trouwe prominent. „Hij was praktisch altijd aanwezig bij onze maandelijkse vergaderingen van statenleden, kamerleden en afdelingsbesturen. En al vinden veel mensen hem soms te ver gaan, hij wordt breed gewaardeerd om z’n duidelijkheid en durf.”
Graag had Geutjes gezien dat Wilders zijn tien punten voor een rechtsere VVD over enkele weken had verdedigd voor de Limburgse VVD. „Daar is het ook voor geschreven, maar opeens stond het in De Telegraaf en heette het een manifest.” Debatteren met Wilders is zinvol, want „zijn oneliners zijn vaak scherp, maar in debatten kun je een heel eind met hem komen. Dan blijkt hij vaak veel genuanceerdere standpunten in te nemen.”
Dat is ook de ervaring van kamerlid Oplaat, die zijn collega node ziet vertrekken. „Helaas is de zaak geëscaleerd. Geert heeft zich helemaal ingegraven, de andere kant trouwens ook. Jammer, want ons tienpuntenplan was een discussiestuk. Daar valt over te praten, ook met Geert.” Geutjes: „De VVD wil debatpartij zijn. Sowieso moet een volkspartij toch vleugels hebben? Ik denk soms ook anders dan Geert, maar lig daar niet wakker van.”
Toch tilden ze in Den Haag zwaar aan de steeds scherpere uitlatingen van Wilders. Dat hij openlijk pleitte voor een rechtsere VVD ging nog, maar dat hij in interviews aangaf dat hij hoofddoekjes rauw lustte en radicale imams liefst per direct de grens overzette, was voor velen al over de schreef. Echt spannend werd het toen Wilders dit voorjaar zijn eigen collega’s angsthazerij verweet en ze als „grijze muizen” betitelde. De fractie eiste excuus.
Het toppunt van rechtse ontlading bereikte Wilders in het tienpuntenplan dat hij, samen met Oplaat, vlak voor het zomerreces presenteerde. Turkije nooit lid van de EU, de maximumsnelheid omhoog, het budget voor ontwikkelingshulp gehalveerd, na drie misdrijven levenslang: allemaal standpunten die de meeste VVD-kamerleden veel te ver gaan. De boot was aan. Wekenlang praatten prominente VVD’ers op het veertigjarige kamerlid uit Venlo in, donderdag volgde de breuk.
Toch was Wilders niet altijd zo uitgesproken rechts, zeggen mensen die hem al langer kennen. Na jaren als onomstreden beleidsmedewerker bij de Sociale Verzekeringsraad en de Ziekenfondsraad, kwam het zoontje van de adjunct-directeur van Océ-Nederland in 1990 als medewerker sociale zaken bij de VVD-fractie terecht. „Hij was helemaal niet zo’n rechterflanker”, aldus toenmalig voorlichter en huidig kamerlid Cornielje. „Zelfs aan de dinertafel had hij zelden uitgesproken standpunten. Dat is echt een latere ontwikkeling.”
Toenmalig kamerlid Linschoten, later staatssecretaris, omschrijft Wilders als een „buitengewoon goede medewerker, keihard werkend en sterk op z’n dossiers.” Maar nooit bekend om zijn rechtse mening. „Pas toen hij halverwege de jaren negentig lid werd van de Utrechtse gemeenteraad werd duidelijk dat hij grote ambities had. Zijn uitgesproken rechtse standpunten kwamen nog weer later.” Dat was nadat Wilders in 1998 toetrad tot te Tweede Kamer.
Linschoten: „Ik ben het niet eens met Wilders’ pleidooi voor een ruk naar rechts, maar hij heeft zich als kamerlid goed gemanifesteerd. Hij was altijd buitengewoon zichtbaar aanwezig, of het nu om de WAO ging of om buitenlands beleid. Het is jammer dat ze deze week zo confronterend tegenover elkaar zijn komen te staan. Ik heb dat met verbazing gevolgd. Persoonlijk heb ik liever zo iemand, die altijd het debat aangaat, dan de grijze muizen die in alle fracties de meerderheid uitmaken.”
Veel minder positief over Wilders is VVD-erelid Vonhoff. „Het probleem met Wilders is dat je je in toenemende mate moest afvragen of hij eigenlijk wel in een liberale partij thuishoort. Volgens mij voelde hij zich al langer niet meer thuis. Op buitenlandse conferenties betitelde hij zich al een tijdlang als conservatief, liberaal klonk hem veel te vrijzinnig. Hij heeft niets met het idee van VVD-oprichter Oud dat het liberalisme drager moet zijn van de vooruitgang.”
Na het „agressieve stuk” van vlak voor de vakantie, is het maar beter dat Wilders de conclusie nu zelf trekt, vindt Vonhoff.
Volgens Bart Jan Spruyt, die als directeur van de conservatieve Edmund Burke Stichting nauw contact onderhield met Wilders, doet dat de afgescheiden VVD’er echter onrecht. „Wilders is altijd heel loyaal geweest, aan de VVD én aan Van Aartsen. Hij heeft echt gevreesd voor dit moment, waarop de sociaal-liberale vleugel het wint van de conservatief-liberale.”
Toen Spruyt Wilders wat beter leerde kennen, sneuvelde al snel het beeld van een rabiaat-rechtse schreeuwer. „Het is eigenlijk een heel zachtmoedige jongen. Dat hij de dingen vaak zo rauw presenteert, heeft te maken met retorica. Hij wil het debat naar zich toetrekken en geen terrein prijsgeven.”
Ook intellectueel bleek Wilders voor Spruyt een verrassing. Hij was bepaald niet op het niveau van zijn havo-opleiding blijven steken. „Hij bleek Burke en De Toqueville te hebben gelezen en wilde daar met mij over discussiëren. Hij beseft heel goed dat het van belang is vanuit welke mens- en samenlevingsvisie je je politieke standpunten formuleert, ondanks dat veel andere kamerleden daar nauwelijks over nadenken.”
De politieke carrière van Wilders is nog niet voorbij, voorspelt Spruyt. „Hij blijft in de Kamer en als hij het verstandig aanpakt, kan er nog heel wat gebeuren.” Kort nadat Wilders zijn dramatische beslissing heeft genomen, tovert Spruyt een peiling tevoorschijn: 19 procent van de ondervraagden wil dat de Venloënaar een conservatieve partij opricht. Spruyt: „Dat is 25 tot 29 zetels. En Wilders heeft het in zich.”