De man is met ingang van 1 oktober zijn baan kwijt en heeft geen recht op ontslagvergoeding.

Het ging om een buitendienstmedewerker die onder meer kaarsen bij parochies en pastorieën afleverde en kaarsresten bij ambachtelijke kaarsenmakerijen. In 1996 is de chauffeur voor het eerst gewaarschuwd, na een klacht van een vrouwelijke klant over zijn opdringerigheid.

In mei dit jaar ontving de kaarsenfabriek weer een brief van een klant die zich door de chauffeur seksueel geïntimideerd voelde. Daarna volgden ook klachten van vrouwelijke collega’s van de chauffeur.

De kantonrechter verwierp de ontkenningen van de chauffeur. Ze kon zich niet voorstellen dat een klant iets verzint en zomaar het initiatief neemt om een chauffeur vals te beschuldigen. Op de zitting van vorige week zei ze de andere klachten als steunbewijs te beschouwen.