Wikken en wegen rond rolverdeling man en vrouw
Is het toegenomen aantal tweeverdieners in de gereformeerde gezindte een vorm van secularisatie? Het kan, maar het hoeft niet, vinden ds. A. C. Uitslag en RMU-man J. G. N. Schreuders. Zij blikken samen terug op de serie Gezin en werk.
Halverwege het gesprek brengt ds. Uitslag, predikant van de christelijke gereformeerde Eben-Haëzerkerk op Urk, een casus te berde. „Twee sollicitanten melden zich voor dezelfde functie. De een is man, de ander is vrouw. Beiden hebben kinderen in de leeftijd van twee tot tien. Wie neemt u aan?”
Een voorbeeld dat aanspreekt, want beide mannen zitten met enige regelmaat tegenover sollicitanten. Schreuders als voorzitter van de Raad van Toezicht van het Ichthus College in Veenendaal en ds. Uitslag als vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen. De predikant schreef de boekjes ”Elke dag moederdag” en ”Elke dag vaderdag”. Schreuders is voorzitter van de Reformatorische Oudervereniging.
De RMU-manager hoeft niet lang na te denken over de casus. „Ik zou de meest geschikte benoemen. Het zou voor mij niet doorslaggevend zijn of er een man met vier kinderen of een vrouw met vier kinderen solliciteert. Ik heb daar heel weinig over te vinden omdat ik de motieven niet altijd ken. Misschien dat die moeder wel solliciteert omdat haar man om de een of andere reden niet of minder kan werken.”
Ds. Uitslag: „Dan heeft u het over de uitzonderingen. Daarbuiten zou ik er toch wel wat moeite mee hebben om zo’n moeder aan te nemen.”
Schreuders: „Waarom? Het kan zijn dat er op diezelfde school al vele andere moeders werken, die maar één kind hebben of waarbij de kinderen al groter zijn. Waar ligt dan het principiële onderscheid? Ik kan die grens niet aangeven.”
Ds. Uitslag: „Stel dat het gaat om een bijna fulltimebaan in het onderwijs. Kan zich dat verhouden met de opvoeding van de eigen kinderen van die moeder? Of wordt dat uitbesteed aan anderen zodat zij zich kan waarmaken op het arbeidsveld?”
Schreuders: „Ik zal als werkgever altijd vragen naar de gezinssituatie. Ik zal aan een moeder met vier kleine kinderen zeker vragen: hoe ga je dat doen? Maar die vraag stel ik niet aan haar omdat ze moeder is van een gezin, maar een werknemer met een gezinssituatie. Want werk en gezin hebben alles met elkaar te maken. Ik zou het net zo goed aan een vader kunnen vragen. Want vaders kunnen ook omvallen door een druk gezin.
Ik vraag het ook niet om een oordeel te vellen. Ik zit daar als werkgever die een geschikte docent voor zijn school wil hebben en van wie ik best een beetje mag inschatten hoe zijn of haar situatie is. Maar ik heb er uiteindelijk geen oordeel over. Ik ga niet tegen een moeder zeggen: ik kan jou niet benoemen want je hebt vier kinderen voor wie je moet zorgen. Ik ga niet over haar hart, niet over haar motieven.”
Ds. Uitslag: „Tjonge, van dit antwoord kijk ik wel op. U lijkt daarmee een werkende moeder al volledig aanvaard en geaccepteerd te hebben.”
Hoe duidt u het dat het aantal tweeverdieners is toegenomen van 35 procent in 2003 tot 54 procent in 2019?
Ds. Uitslag: „Het verbaast me niet. We volgen daarin als gezindte de trend die in heel Nederland te zien is.”
Schreuders: „Het is een ontwikkeling die de hele samenleving betreft. In de jaren vijftig was de hele samenleving erop gericht dat de vrouw geen opleiding kreeg en thuisbleef, zeker na het trouwen.
Het is gaan veranderen toen meisjes net als de jongens konden participeren in alle vormen van onderwijs. Dat is erop gericht om je aan een baan te helpen. Geen wonder dat vrouwen dat ook in de praktijk willen brengen.”
Ds. Uitslag: „Dat gaat mij iets te snel. Gaat daar niet allereerst een principiële vraag aan vooraf: hoe moeten we dat beoordelen? Als ik u zo hoor, dan gaat u er vanuit dat we ook als christenen hebben geaccepteerd dat vrouwen buitenshuis werken. Moeten we niet allereerst de vraag stellen: Wat hoort Bijbels gezien de rolverdeling te zijn tussen man en vrouw? Die rollen zijn niet hetzelfde. Al bij de schepping niet. En na de zondeval krijgt Adam te horen dat hij in het zweet zijns aanschijns brood zal eten. De vrouw krijgt de boodschap: Met smart zult gij kinderen baren. Daarin is de primaire rol van man en vrouw al te zien.”
Schreuders: „Ik ben geen theoloog, ik constateer wel dat hier niet echt een zegen wordt uitgesproken. De Heere verbindt het aan de zondeval. De vraag is of dit betekent: de man werkt alleen buitenshuis en de vrouw werkt binnenshuis. Ik zou die conclusie niet durven te trekken. Dat vind ik lastig te concluderen op grond van wat we in de Schrift lezen.”
Is de toename van werkende moeders een vorm van secularisatie?
Ds. Uitslag: „Het kán een teken van wereldgelijkvormigheid zijn, maar dat hangt af van de motieven die een vrouw heeft om te gaan werken. Er zijn in de maatschappij veel veranderingen ontstaan, waardoor het voor een moeder financieel noodzakelijk is om te gaan werken. Je kunt hier geen zwartwit-uitspraken over doen.”
Schreuders: „Ontwikkelingen in de maatschappij gaan de gereformeerde gezindte niet voorbij. Wij gaan gewoon mee in de context van de maatschappij. En dat is niet per definitie secularisatie. De positie van de vrouw, ook die van de moeder, is door de jaren heen enorm veranderd. De vrouw krijgt meer rollen dan vroeger, ze pakt ook meer rollen dan vroeger. Is dat per definitie slecht? Nee. Is dat per definitie zondig? Nee, maar het kan wel zondig zijn. Het hangt van de individuele situatie af. Je kunt er geen algemene lijn uit trekken. Juist omdat die maatschappij zo enorm is veranderd vind ik het heel lastig om de vaststaande rol van man en vrouw te bepalen.”
Ds. Uitslag: „In het huwelijksformulier wordt wel heel duidelijk gezegd dat de man voor het gezinsinkomen zorgt en dat de vrouw op haar huishouding goede acht dient te hebben. Ik denk dat er zeker Bijbelse lijnen te trekken zijn dat de man de eerste verantwoordelijkheid buitenshuis draagt voor het gezinsinkomen en dat de eerste verantwoordelijkheid van de vrouw bij haar gezin ligt. Ik zou die Schriftuurlijke lijn nadrukkelijk willen onderstrepen.”
Schreuders: „Dat Bijbelse grondpatroon onderschrijf ik wel. Maar dan kom ik toch bij de principiële vraag: is het dus zo dat als je eenmaal getrouwd en moeder bent, je niet meer buitenshuis mag werken? Ik denk het niet. Ik zie in de Bijbel geen verbod voor een getrouwde vrouw om buitenhuis arbeid te verrichten. ”
Ds. Uitslag: „Ik vind niet dat je kunt zeggen dat een werkende moeder zonde doet, dat gaat mij veel te ver. Deze materie is zo complex dat je het niet redt met oneliners. Als je Spreuken 31 leest, dan doet die vrouw werkelijk van alles. Ze ging naar de markt, maakte kleding en brood. Maar dat staat allemaal in het licht van de zorg voor haar gezin en komt niet voort uit de behoefte om zichzelf te ontwikkelen.
De zorg voor het gezin kan soms ook een offer kosten. Mag het ontvangen van kinderen ons ook iets kosten? Of mogen kinderen onze zelfontplooiing niet in de weg staan? Dat is wel iets dat me zorgen baart. Zien we nog het voorrecht en het bijzondere van het moederschap? Ik zou bijna geen werk van een man kunnen bedenken wat zo hoog reikt als het moederschap.”
Is de gereformeerde gezindte zich voldoende bewust is van de theologische lijnen?
Schreuders: „De RMU wil niet voorschrijven hoe een rolverdeling moet zijn. Wij vinden wel dat een vrouw in alle vrijheid de keuze moet kunnen maken als moeder thuis te zijn. En dat het niet zo kan zijn dat je als gevolg van die keuze meteen financiële offers moet brengen. Dan denk ik met name aan de fiscale achterstelling van het eenverdienersgezin. De RMU vindt dat een soort overheidsdwang om die vrouw maar te stimuleren om uit huis te gaan. En dus maar in te leveren qua moederschap. Daar waar moeder thuis wil zijn, moet dat financieel mogelijk zijn.”
Ds. Uitslag: „De principiële rolverdeling zoals die opkomt uit Gods Woord komt bij mij altijd ter sprake tijdens de huwelijksgesprekken. De concretisering daarvan is afhankelijk van een bepaalde situatie. Aan de ene kant moeten we daar nuchter in zijn. Er zijn boerderijen waar het heel normaal is dat de vrouw meewerkt. Ze trekt haar overall aan en helpt volop mee rondom het werk van haar man. Aan de andere kant hebben we een beetje oogkleppen op gehad in de gereformeerde gezindte. De vrouw in het reformatorisch onderwijs en de reformatorische zorg, is een van de grote katalysatoren geweest die de arbeidsparticipatie in onze gezindte heeft aangezwengeld.”
Moeders met thuiswonende kinderen die gaan werken, noemen als doorslaggevende motieven ”voldoende afwisseling” en ”ik heb ervoor geleerd”. Hoe ziet u dat?
Ds. Uitslag: „Ik vind dat die argumentatie aansluit bij de huidige tijdgeest waarin alles draait om zelfontplooiing. Waar is het offer dat je kunt brengen voor je gezin?”
Schreuders: „Je kunt zelfontplooiing duiden als iets egoïstisch. Als er egoïsme in het spel is, en de taak in het gezin wordt daardoor verzaakt door vader of moeder, moeten we daar verre van blijven. Dan handel je niet zoals de Heere wil.
Maar je kunt zelfontplooiing ook duiden als: iets doen met je gaven en talenten. Bijvoorbeeld: een moeder is een kei in haar gezin, maar ze is ook nog eens een goede docent. Dan duid ik het niet per se negatief als een vrouw daar buitenshuis wat mee doet. Ik wil het moederschap ook niet automatisch koppelen aan het offer om thuis te blijven en dus niets te doen met je talenten. Ik vind dat geen tegenstelling.
Als die keuze wel gemaakt wordt, snap ik dat ook heel goed. In Amerika zijn ”stay at home mummy’s”: moeders die thuisblijven omdat ze moeder zijn. De levensstandaard ligt er een stuk lager dan in onze gezindte. Ze leven met oude spulletjes, in onze ogen rommel. Dat interesseert die mensen niet.”
Ds. Uitslag: „Het moederschap is geen offer, het is in de eerste plaats een zegen. Maar als de vraag dan komt om weer te gaan werken, kan het een offer zijn om daar ”nee” tegen te zeggen. En dat kan ook een financieel offer zijn.
Een vrouw die vertelt dat ze fulltime moeder is, wordt ook in onze gezindte nogal eens meewarig aangekeken. Zo van: dat is toch niet meer van deze tijd? Ik zou willen dat binnen onze gezindte zo’n moeder juist een stuk waardering krijgt. Het is geen schande als een moeder zegt: ik wil er allereerst zijn voor het kind. Dat is juist haar roeping.
De eerste jaren van een kind zijn wezenlijk voor de vorming. Hoe belangrijk is het dan dat er een moeder in de buurt is, die niet alleen de eenvoudige dingen doet zoals het verschonen van een luier, maar die ook met hen bezig is met Gods Woord. Als de kinderen thuiskomen van school, dat er een moeder is, die naar hun verhalen luistert.”
Schreuders: „Ik ben het helemaal met u eens. Maar die moeder kan dat alleen als vader er ook voor haar is. Dat kan betekenen dat hij tegen haar zegt: Ik blijf een dag thuis, zodat jij kunt werken, vrijwilligerswerk doen of wat leuks doen. De vrouw kan niet alleen moeder-zijn; daar heeft ze vader bij nodig.”
Welke gevolgen heeft het toenemend aantal tweeverdieners voor de opvoeding?
Schreuders: „Omdat moeders meer buitenshuis werken, zie ik dat vaders meer thuis zijn dan vroeger. Dat duid ik heel positief. Vroeger deed uitsluitend moeder de theegesprekken uit school en het uitoefenen van de tucht was voor vader. Nu loopt dat veel meer door elkaar heen, want papa werkt ook een dag in de week thuis.
Ook al zou hij een fulltimebaan hebben, door flexibel werken is het beter mogelijk om thuis te werken. Dus ook om die reden is vader meer thuis.”
Ds. Uitslag: „Ik vind dat ook positief. Als vader moet je net zo goed een luisterend oor hebben voor je kind dan als moeder. Denk met hen mee. En ga maar eens een dag met de kinderen op stap. Waarbij het wat mij betreft niet gaat om de kwantiteit van de aanwezigheid, maar om de kwaliteit van de aanwezigheid.”
Tweeverdieners houden meer dan eenverdieners de omvang van het gezin beperkt, zo blijkt uit het onderzoek. Wat is uw reactie?
Schreuders: „Ik zie dat zeker, maar ik heb daar geen oordeel over. Ik denk wel dat het ermee te maken heeft dat meisjes, anders dan vroeger, net zo lang een opleiding volgen als mannen.”
Ds. Uitslag: „Het later trouwen is inderdaad een ontwikkeling. Maar ook het uitstellen van het krijgen van kinderen. Als een stelletje trouwt, vind ik dat er wel een bepaalde openheid moet zijn voor het ontvangen van de kinderzegen. Dat is inherent aan de geslachtsgemeenschap.
Ik vind het moeilijk om een oordeel te hebben over het kindertal dat steeds kleiner wordt. Als je het huwelijksformulier leest, dan gaat het er niet om om maar zoveel mogelijk kinderen te baren. Het gaat er wel om dat je de kinderen mag opvoeden tot de vreze Gods. Dat vraagt tijd, dat vraagt investeren in de kinderen. Ieder gezin is anders, iedere vrouw is anders.
Juist de toenemende aandacht voor de rol van vader en de rol van moeder zou wel eens de reden kunnen zijn dat men bewuster nadenkt over het ontvangen van de kinderzegen. Een man die met verstand bij zijn vrouw woont. Is het de bedoeling om zoveel mogelijk kinderen te krijgen of gaat het vooral om die kinderen groot te brengen tot eer van God?”
Schreuders: „Je mag als ouders openstaan voor de kinderzegen in de wetenschap dat kinderen een geschenk zijn van God. Maar dat sluit een bepaalde verantwoordelijkheid niet uit.”
Ds. Uitslag: „Gezinsvorming is tegenwoordig meer iets van man én vrouw. Helaas zag je vroeger nogal eens dat de vrouw er geen enkele invloed op had. Ze moest het allemaal maar nemen zoals het ging.
Tegenwoordig is het meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid, die men neerlegt voor het aangezicht van de Heere. En dan kunnen de uitkomsten verschillend zijn: bij de een blijft het gezin wat kleiner en bij de ander wordt het groter.
In al die dingen is de vreze des Heeren bepalend. Als die er is, dan ga je hele andere prioriteiten stellen, dan maak je andere keuzes.
Dan draait het er niet om wat mijn kinderen allemaal gaan presteren in de samenleving, of wat ik zelf presteer in de samenleving. Dan is het grootste verlangen: dat ik een vader of een moeder mag zijn die onze kinderen leidt naar de Heere Jezus Christus.”
serie Gezin en werk
Een serie artikelen naar aanleiding van een RD-onderzoek naar een- en tweeverdieners in de gereformeerde gezindte. Deel 9 (slot)