De regeling houdt in dat dergelijke ’kennismigranten’ vanaf 1 oktober geen tewerkstellingsvergunning meer nodig hebben. Ook prostituees met een dergelijk inkomen zouden dan in Nederland aan de slag kunnen, terwijl zij volgens de wet niet voor een Nederlandse terwerkstellingsvergunning in aanmerking komen.

De fracties van VVD, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie en SGP eisten donderdag van minister De Geus van Sociale Zaken dat hij daar een stokje voor steekt. Ze vrezen dat de regeling leidt tot misbruik, doordat prostitutie–exploitanten gaan werken met wurgcontratcten, waarbij prostituees op papier wel veel verdienen maar dat geld weer moeten afstaan.

Volgens De Geus zal dat allemaal niet zo’n vaart lopen. Hij wees er op dat de regeling alleen openstaat voor prostituees in loondienst met een arbeidscontract, een beperkte groep. Hij sprak dan ook van „een vrij academisch effect".

Maar de Kamer vond de minister de optimistisch. „Stel nou eens dat het risico niet meevalt", waarschuwde VVD’er Visser. En SGP’er Van der Staaij onderstreepte dat in het verleden de effecten van het afschaffen van het bordeelverbod ook te rooskleurig zijn ingeschat.

De Geus beloofde dat hij nog eens over de kwestie zal nadenken. Hij zal de Tweede Kamer binnenkort per brief informeren wat hij van plan is.

De linkse oppositiefracties protesteerden bij De Geus ook tegen het stopzetten van de overheidssubsidie van de Rode Draad, een belangenorganisatie voor prostituees. Die zou daardoor in haar voortbestaan worden bedreigd. Volgens De Geus is dat laatste niet het geval. Hij verwees de Kamerleden verder naar zijn collega Hoogervorst van VWS, want van zijn departement was de subsidie aan de Rode Draad afkomstig.