RvS: Bordeelbeleid Amersfoort in orde
De Raad van State heeft het bordeelbeleid van de gemeente Amersfoort tegen de zin van de provincie Utrecht alsnog goedgekeurd.
Amersfoort heeft voor een groot aantal bestemmingsplannen in de stad een algemeen verbod opgenomen op de vestiging van bordelen en andere typen seksbedrijven, zoals massagesalons. De provincie Utrecht was het daar niet mee eens en blokkeerde de bordeelverboden.
Volgens de gemeente Utrecht had Amersfoort in elk bestemmingsplan per straat en zelfs per pand moeten aangeven waarom prostitutie aldaar wel of niet is toegestaan. Die provinciale eis zou echter inhouden dat de gemeente in ruim zestig bestemmingsplannen op tientallen bladzijden zou moeten beargumenteren waarom ze „hier wel en daar geen” bordeel wil. De Raad van State vindt dat de gemeente in haar nota ”Prostitutiebeleid” voldoende duidelijk heeft aangegeven waarom ze maximaal zeven prostitutiebedrijven in de stad wil toestaan.
Zo mogen van de gemeente vijf bestaande seksbedrijven blijven zitten waar ze zitten. Twee bedrijven echter, respectievelijk aan de Pieter Pijperstraat en Achter de Arnhemse Poort, moeten van de gemeente verkassen. Het is nog niet bekend waarheen. Dat de gemeente voor de rest van de stad de vestiging van bordelen en massagesalons uitsluit is in orde, oordeelde de Raad van State.
Tegelijkertijd heeft de Raad van State een aantal vergaande stallings- en opslagverboden uit een zogeheten paraplubestemmingsplan van de gemeente Amersfoort geschrapt.
Met het parapluplan heeft de gemeente een groot aantal gebruiksbepalingen aan een reeks van bestaande bestemmingsplannen toegevoegd. Het gevolg was dat Amersfoortse bedrijven en particulieren in de gemeente en in de provincie Utrecht in principe geen oude machines of onderdelen meer mochten opslaan.
M. Meijers uit Amersfoort merkte de vergaande verboden op en tekende met succes bezwaar aan. Ook de Raad van State vindt die verboden veel te ver gaan. De verbodsbepalingen kunnen bijzonder extreem uitwerken. Zo had de gemeente op basis van de verbodsbepalingen een boer die een oude trekker of landbouwmachine op zijn erf of in de schuur heeft staan een dwangsom kunnen opleggen. Zelfs verzamelaars van oude typen machines waren volgens deze verbodsbepalingen in overtreding.
De Raad van State stelde vast dat de algemene verbodsbepalingen in veel gevallen zullen botsen met al bestaande bestemmingen. Zo is er ook een algemeen verbod opgenomen voor het hebben van een „staan- of ligplaats voor onderkomens.” Dat zou betekenen dat ook bestaande woonwagenkampen in overtreding zijn.
Verder stelt het rechtscollege vast dat de gemeente Amersfoort en de provincie Utrecht niet hebben aangegeven dat het de bedoeling is om dat soort zaken per definitie te verbieden. Om die reden dienen de verbodsbepalingen uit het parapluplan te worden geschrapt. De gemeente nam de verboden op omdat ze dan veel makkelijker tegen rommelmakers zou kunnen optreden.