Mediagebruik blijkt traditioneler dan gedacht
Mensen passen hun mediagebruik niet massaal aan. Eén ding dan toch wel: vrouwen zijn aanzienlijk minder naar media gaan luisteren.
Voor wetenschappelijk medewerker Joep Schaper zijn het twee opvallende uitkomsten van het onderzoek dat hij bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed.
Mensen zouden meer media zijn gaan consumeren, niet meer van papier lezen en geen ‘live’ televisie meer kijken, lijkt volgens het SCP het heersende beeld te zijn. Maar dat klopt slechts ten dele. „Misschien doordat nieuwsorganisaties vooral geïnteresseerd zijn in veranderingen. Ze vergeten dan dat mensen vaak ingesleten patronen hebben”, zegt Schaper.
Met streamingsdiensten en YouTube-kanalen spelen mediabedrijven in op de nieuwste ontwikkelingen. Media zijn overal en altijd toegankelijk, ”on demand” en met 24-uursprogrammering. „Maar als je bekijkt wanneer en waar mensen met de nieuwste media bezig zijn, dan komt dat sterk overeen met het eerdere gebruik van radio en tv: vooral ’s avonds en vooral thuis.”
Op het piekmoment (21.20 uur) is 53 procent met media bezig. Dat is in het weekend niet anders. Overdag hebben werk en studie dan plaatsgemaakt voor vrijetijdsactiviteiten. Er wordt gedurende de dag wel wat meer gebruikgemaakt van media dan doordeweeks, maar de piek is er nog steeds om 21.20 uur. Op zondagavond is 59 procent van de mensen op dat tijdstip met media bezig.
Vrouwen
Mannen zijn daarin actiever dan vrouwen, trouwens, en dat verschil is inmiddels gemiddeld bijna een uur op een dag: mannen besteden gemiddeld 8 uur en 52 minuten aan media, vrouwen 7 uur en 54 minuten. Vrouwen luisteren en gamen vooral minder dan mannen, maar ze lezen en communiceren via media ongeveer evenveel.
Tussen 2013 en 2018 is te zien dat de mediatijd van vrouwen met maar liefst 31 minuten is afgenomen. Ze zijn vooral veel minder gaan luisteren naar media. „Een raadsel”, noemt Schaper het. „Zo’n verschuiving ben ik in mediaonderzoek niet eerder tegengekomen.” En een afdoende verklaring weet het SCP er niet voor te geven. De onderzoekers hebben „zelfs geen vermoeden” waardoor deze ontwikkeling zich voltrekt.
Wie denkt dat vooral jongeren zich op media storten, heeft het mis. Tieners en jongvolwassenen besteden gemiddeld zo’n 7,5 tot 8 uur per dag aan media. Bij de 50-plussers is dat zo’n 9 uur. Die groep, en met name de 65-plussers, kijkt en leest aanzienlijk meer dan tieners en jongvolwassenen.
In het totale mediagebruik verschillen hoger- en lageropgeleiden niet veel, maar wel in de invulling ervan. Lageropgeleiden kijken ruim 1 uur en 15 minuten meer dan hogeropgeleiden. Die laatsten communiceren meer via media en maken meer gebruik van internet dan de groep lageropgeleiden.