‘Rechtbank Utrecht beging grootste dwaling’
De rechtbank in Utrecht krijgt dit jaar de Trofee voor Groot Onrecht. De rechtbank heeft in 2019 de grootste justitiële dwaling begaan, althans in de ogen van het Burgercomité tegen Onrecht. Het comité verwijst naar een uitspraak van 22 augustus, toen de rechtbank een 37-jarige man uit Zeist veroordeelde tot drie maanden cel nadat hij met drank en cocaïne op een jonge Ierse studente had doodgereden op de Biltsestraatweg.
„Het leven van dit 21-jarige meisje is in Nederland dus twaalf weken cel waard. De rechtbank legde pijnlijk genoeg ook nog een mildere straf op dan de eis van de officier van justitie”, zegt het Burgercomité. „deze man heeft willens en wetens het jonge meisje van haar leven beroofd.”
Op de tweede plaats in de ‘top tien van gerechtelijke dwalingen’ zet het Burgercomité de rechtbank in Rotterdam, voor de straf die Bekir E. kreeg voor de dood van het meisje Hümeyra. Hij kreeg veertien jaar cel en tbs voor doodslag. Hij had moeten worden veroordeeld voor moord, vindt het comité: „Opwachten en zeven keer schieten is geen moord? Na een gruwelijke climax van vijftien maanden terreur is gebeurd waar de familie zo vaak voor waarschuwde. Bekir bedreigde, stalkte en mishandelde Hümeyra talloze malen.”
In de lijst staan verder nog onder meer de - in de ogen van het comité - veel te lage straf voor het doodrijden van de 19-jarige Fleur tijdens een straatrace in Loosdrecht en de bemoeienis van ambtenaren van het ministerie van Justitie met de pleitnota van het OM in de zaak-Wilders.
Het Burgercomité tegen Onrecht, dat tien jaar bestaat, is een platform voor nabestaanden en slachtoffers van ernstig geweld. Met de top tien wil het comité laten zien „hoe belangrijk een rechtvaardige rechtspraak is en welke gevolgen justitiële dwalingen hebben voor slachtoffers, nabestaanden en het algemene vertrouwen in de magistratuur”, aldus een van de initiatiefnemers, Joost Eerdmans.