De commissie-Fokkens begon vorig jaar op verzoek van de top van het OM aan het onderzoek, na een reeks publicaties in NRC Handelsblad over de relatie tussen Van Nimwegen en Bloos en andere problemen bij het OM. De commissie concludeerde dat Van Nimwegen en Bloos jarenlang hebben gelogen over hun liefdesrelatie. Daarmee zouden zij de integriteitsregels met voeten hebben getreden. Ook heeft Van Nimwegen volgens de commissie een zwager voorgetrokken bij de aanbesteding van een ICT-project bij het OM.

Van Nimwegen is volgens zijn advocaat ten onrechte beschuldigd en het OM en de commissie zouden onrechtmatig hebben gehandeld. Het rapport is volgens Broekhuijsen onzorgvuldig en onevenwichtig. Verklaringen zouden onterecht niet of ondeugdelijk zijn samengevat. De commissie zou hebben gerommeld met formuleringen en bewijs hebben achtergehouden om verklaringen van getuigen overeind te houden. Ook zou de commissie zonder feitelijke onderbouwing negatieve verklaringen over zijn cliënt als geloofwaardig, en verklaringen die het verhaal van Van Nimwegen bevestigen zonder goede bewijsvoering als niet aannemelijk hebben bestempeld, bevestigt de advocaat het bericht in de Volkskrant.

Deze zomer werd nog bekend dat er een onderzoek komt naar mogelijk strafbaar handelen van de twee voormalig hoofdofficieren van het Openbaar Ministerie. Het College van procureurs-generaal stelde een oriënterend feitenonderzoek in naar de hoofdofficieren Marc van Nimwegen (parket Rotterdam) en Marianne Bloos (functioneel parket). Ook meldde het College het dienstverband van zowel Van Nimwegen als Bloos te willen beëindigen.