Bij onderhoudswerkzaamheden op 24 juli zijn vervolgens systemen aangesloten op een losgeraakte voedingsdraad. Hierdoor kwam er te veel spanning op de draad en ontstond een „meervoudige technische storing” en brandden diverse voedingen door. Het gevolg was dat het hele systeem van de kerosinetoevoer zich uitschakelde.

De storing op 9 augustus, toen de brandstoftoevoer 1,5 uur platlag, kwam waarschijnlijk door een kapotte brandmelder of voeding. Het is niet aannemelijk dat er een verband is tussen beide storingen, concludeerde TNO.

De problemen deden zich voor bij brandstofleverancier Aircraft Fuel Supply (AFS). Veel vliegtuigen konden daardoor niet tanken, met vertragingen en annuleringen tot gevolg. Naar schatting 60.000 reizigers werden gedupeerd.

Het is nog niet duidelijk wie er voor de schade moet opdraaien, zeiden AFS en Schiphol tijdens een persconferentie. Claims van luchtvaartmaatschappijen zijn tot nu toe niet binnengekomen bij Schiphol, noch bij AFS. Wel hebben „enkele passagiers” een schadevergoeding gevraagd.

TNO constateerde dat de brandstofleverancier de procedures heeft gevolgd. Het bureau adviseert de betrokken partijen te kijken naar de continuïteit van de brandstoftoevoer in de toekomst. Ook zou het verdelen van de installaties in secties een optie kunnen zijn om te zorgen dat niet het hele systeem uitschakelt bij een storing.

AFS-directeur Inge Stegmann liet weten de aanbevelingen over te nemen, maar zei ook dat een storing nooit volledig is te voorkomen. „Fouten kunnen worden gemaakt, zaken kunnen defect raken, zoals wij allemaal hebben gemerkt.” Volgens André van den Berg, commercieel directeur van Schiphol, is duidelijk dat gesproken moet worden over leveringszekerheid. „Maar het is niet reëel te zeggen dat dat naar 100 procent kan. Er kunnen altijd dingen gebeuren.”