Binnenland

Breuk Wilders lijkt onafwendbaar

Terwijl VVD-fractieleider Van Aartsen voor radio en televisie de boel probeert te sussen, zet precies één kamer verderop het omstreden kamerlid Wilders de hakken diep in het zand. Er is een klein wonder nodig wil Wilders volgende week nog in de VVD-fractie zitten, luidt zijn eigen conclusie.

Peter van Olst
1 September 2004 12:42Gewijzigd op 14 November 2020 01:35
DEN HAAG – VVD kamerlid Wilders beraadt zich op zijn positie. De onverschrokken parlementariër kreeg deze week door fractievoorzitter Van Aartsen ingeprent dat hij zich dient te houden aan de partijlijn. Foto ANP
DEN HAAG – VVD kamerlid Wilders beraadt zich op zijn positie. De onverschrokken parlementariër kreeg deze week door fractievoorzitter Van Aartsen ingeprent dat hij zich dient te houden aan de partijlijn. Foto ANP

De eerste vergaderdag na het zomerreces van 2004 zal ongetwijfeld verbonden blijven met de naam van Geert Wilders. In de vroege ochtend melden twee grote landelijke kranten dat fractieleider Van Aartsen hem de wacht heeft aangezegd. Hij moet zijn rechtse toon matigen en de eigen fractie niet meer openlijk kritiseren, anders vliegt hij eruit. Het is dus buigen of barsten. Daarmee is een affaire geboren. Wilders is er immers de man niet naar om te buigen.

Wat er precies waar is van de berichtgeving in de Volkskrant en De Telegraaf blijft gedurende de hele dag onduidelijk. Er heeft een gesprek plaatsgehad, maar is daarin inderdaad Wilders’ positie als fractielid aan de orde gekomen? Van Aartsens woordvoerder bevestigt noch ontkent het. Van Aartsen zelf spreekt even later sussende woorden en noemt het „onzin.” Wilders concentreert zich op zijn Turkije-standpunt. In weerwil van Van Aartsen blijft hij tegen toetreding van dat land tot de EU.

Wilders is laaiend dat de media lucht hebben gekregen van het gesprek tussen hem en Van Aartsen. Dat kan alleen maar gevolg zijn van bewust lekken door fractiegenoten die ervan op de hoogte waren en die de zaak (anoniem) al voor het komende fractieweekeinde op scherp willen zetten. „Niets is lafhartiger”, briest hij. „Gewoon collega’s die een mes in je rug steken. Mij valt veel te verwijten, maar ik doe het altijd met mijn naam erbij.”

In de eerste wekelijkse fractievergadering eist Wilders nog diezelfde morgen opheldering. Maar geen fractiegenoot die opstaat om te biechten dat hij of zij het lek is geweest. Van Aartsen ontwijkt in eerste instantie de vraag van Wilders of diens positie inderdaad ter discussie staat. Op Wilders’ herhaalde vraag reageert hij met de stelling dat de berichtgeving in de ochtendkranten hem „hogelijk verbaast.” Al met al kan kamerlid Blok maar met moeite voorkomen dat zijn boze buurman de zaal verlaat.

Met het uur dat verstrijkt, wordt Wilders alleen maar bozer en strijdbaarder. Naar zijn idee staat de hele VVD op het spel. Hij voelt zich gemuilkorfd door linksliberale collega’s en vermoedt dat Van Aartsen via hem het signaal wil afgeven dat de VVD niet te rechts mag worden. Het lijkt hem ineens geen goede zaak meer het fractieweekend in Markelo af te wachten. Bij Van Aartsen vraagt hij een gesprek aan voor de volgende dag, maar hij krijgt geen reactie van de fractieleider.

Intussen gebeurt er extern ook van alles. Via de media mengen zich andere belanghebbenden in de strijd. Niet de leiders van de fracties van CDA en D66, Verhagen en Dittrich. De coalitiegenoten dragen liever niet bij aan escalatie van een conflict dat kan leiden tot een terugval van de coalitiemeerderheid van 78 naar 77 zetels. Wel spreken de leider van Leefbaar Rotterdam, Ronald Sörensen, en de directeur van de conservatieve Edmund Burke Stichting, Bart Jan Spruyt, zich uit.

Beiden zijn volledig op de hand van Wilders en bekritiseren fractieleider Van Aartsen om de wijze waarop die zijn rechtse fractielid benadert. Onbegrijpelijk vinden ze het dat Van Aartsen kennelijk geen ruimte wil bieden aan rechtse duidelijkheid, terwijl Pim Fortuyn toch heeft bewezen dat er ter rechterzijde van het politieke spectrum een groot gat gaapt. Ze moedigen Wilders in niet mis te verstane bewoordingen aan om niet toe te geven en desnoods op zoek te gaan naar een nieuwe politieke toekomst.

Wilders zou leider kunnen worden van een nieuwe fortuynistische partij, of van de LPF, suggereert Sörensen. Spruyt ziet Wilders wel zitten als vertegenwoordiger van de door hem begeerde conservatieve partij. Hij suggereert dat Wilders daarover al lang en breed gesproken heeft met de Edmund Burke Stichting, hoewel Wilders dat zelf even later weer ontkent. In ieder geval: „Mocht het komen tot een breuk tussen Wilders en de VVD dan treden meteen allerlei scenario’s in werking.”

Wilders zelf is aan dat soort bespiegelingen nog niet toe. Voorlopig is hij nog lid van de VVD-fractie en dat wil hij graag blijven. Maar niet ten koste van zijn vrijheid. Zijn timing mag soms ongelukkig heten, niettemin wil hij unverfroren vasthouden aan het rechtse tienpuntenplan dat hij kort voor het zomerreces samen met fractiegenoot Oplaat presenteerde. De VVD moet naar rechts: strengere straffen, halvering van het budget voor ontwikkelingssamenwerking en geen toetreding van Turkije tot de EU.

Mocht het tot een breuk komen, dan zal Wilders zich zeker niet aansluiten bij de LPF. Wel blijft hij in de Kamer; hij laat zich niet wegjagen. Wat er daarna moet gebeuren, daarover zal hij dan eens rustig gaan nadenken; een scenario heeft hij nog niet. Maar misschien, heel misschien, hoeft het allemaal zover niet de komen en wordt hij toch niet het eerste naoorlogse fractielid dat zich afscheidt. „Tja, wonderen zijn de wereld nog niet uit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer