Volgens Wilders heeft toenmalig minister Ivo Opstelten destijds bij het OM aangedrongen op de vervolging van de PVV-leider. Dat mag niet volgens het staatsrecht. Het OM heeft beïnvloeding keer op keer met klem tegengesproken, ook maandag weer tijdens de zitting in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol.

Maandag stond de tweede reactiemogelijkheid op de strafeis van Wilders en zijn advocaten op de agenda. Omdat de verdediging er bewust voor had gekozen niet in de rechtbank aanwezig te zijn, vervalt deze mogelijkheid nu. Wel is er tijdens de volgende zitting nog een reactiemogelijkheid op de nieuwe stukken die voor 5 februari moeten worden ingebracht.

Bij die stukken zit mogelijk ook informatie van minister Ferd Grapperhaus (Justitie). Behalve het OM moest ook hij op zoek naar stukken over de vermeende aansturing. Aanvankelijk was de bedoeling dat de minister voor de kerstvakantie met opheldering zou komen, maar dat wordt waarschijnlijk pas februari, liet hij onlangs weten.

Wilders staat terecht voor zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraken in 2014. Tijdens een bijeenkomst in maart van dat jaar stelde de politicus zijn publiek drie vragen: of ze meer of minder Europese Unie, Partij van de Arbeid en ten slotte Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde steeds harder „Minder! Minder!” als antwoord. Hiermee zette de PVV’er volgens het OM aan tot haat.

In hoger beroep is net als in eerste aanleg een geldboete van 5000 euro geëist. De rechtbank veroordeelde Wilders in 2016, maar legde geen straf op. Zowel het OM als de politicus ging in beroep.