Zandwinputten geen dode onderwaterwoestijnen
Zandwinputten langs de grote rivieren zijn geen lege en dode ‘onderwaterwoestijnen’, zoals tot nu toe steeds is aangenomen. De putten hebben zelfs een heel goede ecologische kwaliteit met unieke plantengroei op grote diepte. Het is dan ook onterecht dat veel van deze putten volgestort worden met overtollige bagger.
Dat concluderen onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), die 150 waterplassen in Noord-Brabant onder de loep namen. Hoewel het onderzoek pas in 2020 helemaal klaar is, publiceert de natuurwebsite Nature Today woensdag al de belangrijkste bevindingen.
Nederland heeft honderden zandwinputten. De tot wel 40 meter diepe plassen zijn overgebleven na de grootschalige winning van bouwzand en -grind langs de rivieren. Er is nooit eerder onderzoek gedaan naar de natuurwaarde van deze diepe, donkere plassen.
In Nederland wordt jaarlijks ongeveer 10 miljoen kubieke meter bagger uit waterwegen gehaald. Veel van die bagger verdwijnt in voormalige zandwinputten, omdat het idee was dat het beter is voor de natuur om deze plassen ondieper te maken. Daardoor zou er meer leven in het water en op de oevers ontstaan. Nu blijkt echter dat de ecologische kwaliteit van de zeer diepe waterpartijen beter is dan die van omliggende ondiepere poelen.
De onderzoekers vonden onder andere tot op meer dan 16 meter diepte bijzondere en beschermde waterplanten, die elders in Nederland nauwelijks voorkomen. Ook hebben de diepe putten minder last van blauwalgengroei. Dat is belangrijk, omdat veel oude zandwinputten zijn ingericht als recreatiewater.
In 2018 is een onderzoek gestart naar zandwinputten in het Rivierengebied. Volgend jaar praat de Tweede Kamer over het verondiepen van waterpartijen.