„Credo van Nicea-Constantinopel overbrugt kloof tussen Rome en Reformatie”
De belijdenis van Nicea/Constantinopel is de meest klassieke samenvatting van het christelijk geloof en wordt door vrijwel alle kerken in het Oosten en het Westen erkend. Tijd om hier de eenheid te zoeken en de kloof tussen Rome en Reformatie te overbruggen, vinden de hoogleraren Bram van de Beek en Herwi Rikhof.
Zij leggen in het deze week verschenen boek ”Wij geloven. Rooms-katholiek en protestant: één geloof” (uitg. KokBoekencentrum, Utrecht) de geloofsbelijdenis van Nicea/Constantinopel (381) uit in twaalf hoofdstukken. Prof. Van de Beek is emeritus hoogleraar theologie aan de Vrije Universiteit en prof. Herwi Rikhof is emeritus hoogleraar aan Tilburg University. Een protestant en een rooms-katholiek schreven het boek dus samen.
Waarom is het Credo zo belangrijk?
Prof. Van de Beek: „Omdat je daar de kern van het christelijk geloof tegenkomt, het geloof van de kerk, zeg maar de klassieke kerkelijke traditie vanaf de Vroege Kerk. Het was voor ons een verrassing dat we niet op wezenlijke verschilpunten kwamen. Wij verschillen beiden van het liberale christendom. Wij zijn geworteld in de orthodoxie en hebben zorgen over de uitholling van het Credo. Dat geldt ook voor orthodox-protestantse kringen waar de almachtige God wel formeel beleden wordt, maar waar de ketter Marcion dé theoloog bij uitnemendheid wordt.”
Maar er zijn nog steeds de heikele geschilpunten tussen Rome en Reformatie. Hoe kun je die dan ongedaan maken?
„Door herbronning naar de Vroege Kerk. De Reformatie was een herbronning en keerde zich tegen alles wat de apostelen niet hadden geleerd. In de polemische theologie in de zestiende eeuw en daarna zijn de dingen uitvergroot, maar een katholiek heeft tegenwoordig meer besef van wat genade en heil is dan een doorsnee protestant. Het zijn vooral de liberale gelovigen die bezwaar hebben tegen het samengaan met Rome. Dat orthodoxe gelovigen dit ook niet willen, komt omdat iedereen in zijn eigen tentje wil blijven en zijn eigen dingetjes en hebbedingetjes heeft. Het moet fijn en knus zijn in de kerk, maar versplintering is onacceptabel en heeft uiteindelijk met macht te maken, niet met waarheid.”
Waarom de titel Wíj geloven?
„”Wij” gaat altijd vooraf aan het ”ik”. Dat is in de hele Bijbel en de Vroege Kerk het geval. Door de doop laat je zien dat God je verkoren heeft in de kerk waar je de doop ontvangen hebt. Natuurlijk is het persoonlijke geloof belangrijk, maar het is geen voorwaarde om tot de kerk te behoren. Dat objectieve zijn we kwijtgeraakt en dat wil ik graag terughalen. Dat valt niet mee in deze tijd waarin alles in het teken staat van de ervaring en het individu. Ik heb ook niet de illusie dat deze omslag door een boek of conferentie komt, maar ik hoop dat het de gestadige druppel is die de steen uitholt.”