Vernieuwd Kamp Vught laat bezoekers nadenken
Herdenken is nadenken. Dat is het motto van het compleet vernieuwde Nationaal Monument Kamp Vught. Koning Willem-Alexander opent het herinneringscentrum op 27 november.
Kamp Vught was van januari 1943 tot oktober 1944 een SS-concentratiekamp. Vught werd naar Duits model door de gevangenen zelf gebouwd, omdat de kampen in Westerbork en Amersfoort vol raakten. In Vught zijn in totaal 32.000 mensen opgesloten, onder wie 12.000 Joden. In het doorvoerkamp kwamen 749 mannen, vrouwen en kinderen om het leven. Vlak voor de geallieerde bevrijders in 1944 arriveerden, werden 329 verzetsmensen geëxecuteerd.
Direct na de oorlog zijn in Vught duizenden ‘foute’ Nederlanders opgesloten. Vanaf 1951 werden in een deel van het kamp naar Nederland geëvacueerde Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen gehuisvest.
„In de nieuwe inrichting is veel plaats voor iedereen die met Vught te maken had. Niet alleen slachtoffers, maar ook daders komen aan bod. Op weinig andere plekken dringen de gevolgen van keuzes maken zich zo indringend op. We vellen geen oordeel maar willen wel onze bezoekers inspireren om na te denken over keuzes die ze zelf maken”, aldus directeur Jeroen van den Eijnde.
Koningin Beatrix opende in 1990 het eerste herinneringscentrum op de plek van het concentratiekamp. Onder meer de originele fusilladeplaats is bewaard gebleven. Het centrum trekt nu 72.000 bezoekers per jaar maar denkt te kunnen groeien naar ongeveer 100.000 bezoekers.
Van den Eijnde: „Er is tegenwoordig minder voorkennis over de oorlog, dus we leggen meer uit. Er zijn persoonlijke verhalen te horen. We tonen ook veel meer spullen uit het kamp, want onze collectie breidt zich door nalatenschappen gestaag uit.” Zo is onder andere nieuw beeldmateriaal gevonden, terwijl ook gegevens van slachtoffers zijn bijgewerkt. Aan het herinneringscentrum is een gedeelte toegevoegd dat over huidige dilemma’s gaat.
De verbouwing en vernieuwing duurde tien maanden en heeft 4,1 miljoen euro gekost.