Peijs maakt richtlijn bermmonumenten
Nabestaanden van verkeersslachtoffers moeten voortaan voldoen aan een aantal voorwaarden als ze een herdenkingsteken willen plaatsen bij de plaats van het ongeval.
Dat staat in een brief die minister Peijs (Verkeer en Waterstaat) maandag naar de Tweede Kamer stuurde.
Een gedenkteken mag geen gevaar vormen voor de verkeersveiligheid. Daarvan zou sprake kunnen zijn als het bermmonument erg dicht bij de weg staat of erg opvallend is. Weggebruikers kunnen daardoor afgeleid raken. Het onderhoud van het gedenkteken komt voor rekening van de oprichters, aldus de minister.
Peijs wil „zo veel als mogelijk” toestemming verlenen als mensen bloemen willen leggen of een kruis of een ander herdenkingsteken willen plaatsen op de plaats van het ongeval. Dat kan helpen bij de rouwverwerking. Bovendien kunnen gedenktekens bijdragen aan verhoging van het veiligheidsbesef van de weggebruikers, aldus de bewindsvrouw.
Een gedenkteken mag geen belemmering vormen bij wegwerkzaamheden. Bestaande herdenkingstekens worden bij dergelijke werkzaamheden altijd in overleg met de nabestaanden verplaatst naar een andere plek. Alle voorwaarden gelden in eerste instantie voor de snelwegen, maar Peijs hoopt dat beheerders van andere wegen ze overnemen.
Rijkswaterstaat, de beheerder van de snelwegen, gaat de aanvragen voor monumenten beoordelen. Langs een snelweg is volgens Peijs overigens nauwelijks plaats voor bermmonumenten. Daar zijn immers zelden veilige plekken te vinden. Als alternatief denkt Peijs aan verzorgingsplaatsen langs de snelwegen en parallelwegen in de buurt van de plaats waar het dodelijke ongeval gebeurde.