Binnenland

Paniek bij verschijnen kiekendief

Vogelbescherming Nederland, Staatsbosbeheer en Sovon Vogelonderzoek Nederland hielden zaterdag en zondag in de Oostvaardersplassen bij Lelystad het eerste Vogelfestival van Nederland. Ruim 8000 vogel- en natuurliefhebbers konden hun hart ophalen.

Herman Postema
30 August 2004 08:19Gewijzigd op 14 November 2020 01:34
LELYSTAD – Honderden bezoekers gingen het afgelopen weekend mee op excursies tijdens het Vogelfestival in de Oostvaardersplassen. Zij zagen daarbij bijzonderheden als de visarend, de wespendief, de ijsvogel en de zwarte ooievaar. Soorten als grote en kl
LELYSTAD – Honderden bezoekers gingen het afgelopen weekend mee op excursies tijdens het Vogelfestival in de Oostvaardersplassen. Zij zagen daarbij bijzonderheden als de visarend, de wespendief, de ijsvogel en de zwarte ooievaar. Soorten als grote en kl

Rond tien uur staan zaterdagmorgen al honderden mensen te wachten om het terrein van het festival op te mogen. Eenmaal binnen valt het niemand meer op dat enkele duizenden mensen binnen het 5600 hectare grote terrein van de Oostvaardersplassen lopen.

Ruim zeventig standhouders prijzen hun waren aan. Verrekijkers, vogelgidsen en vogelwerkgroepen domineren hier. Na korte tijd lopen diverse mensen rond met het gewei van een edelhert, goed voor zo’n 110 euro. In een tweetal zalen verzorgen vogelexperts lezingen over onder andere het beschermen van de grauwe kiekendief en de vogeltrek.

De stemming begint er goed in te komen als tijdens een excursie Berend Voslamber een groepje dodaarzen ziet. Hij is een van de vele gidsen die met hun kennis het hele weekeinde de ene na de andere groep begeleiden door het plassengebied.

Drie knapen weten te vertellen dat er bij de dodaarzen ook twee opgeschoten jongen zwemmen. Alle kijkers richten zich op het water, waar tegen de rietkraag de kleine futen voedsel zoeken. Dodaarzen zijn vooral te vinden in kleinere plasjes bij moerasbossen, deelt Voslamber mee.

Op het horen van een vogelgeluid dat opduikt uit de uitgestrekte rietkraag, weet een van de deelnemers dat het om een sprinkhaanrietzanger gaat. De man, gewapend met een telescoop waar menig vogelaar jaloers op zou zijn, laat graag horen hoeveel hij weet. Ook als een vrouw hem er op fijntjes op wijst dat de gehoorde vogel een dodaars is, raakt hij niet van de wijs.

Even later heeft hij dan toch echt een boomvalk in de smiezen. Voordat zijn telescoop is geïnstalleerd, is de vogel echter gevlogen. Het zit de man niet mee. Als hij even later vraagt -op het zien van sporen van edelherten- wat het verschil is tussen een gewoon hert en een edelhert, hakkelt de gids. De tot de tanden toe ’gewapende’ man helpt hem door er aan toe te voegen: „Of hebben edelherten geen witte kontjes?” Dan begrijpt Voslamber dat de man met „gewone herten”, reeën bedoelt. Geduldig legt hij het verschil uit tussen beide dieren.

Niet elke deelnemer aan het Vogelfestival is een verwoed vogelaar. R. van der Lingen (72) uit Koog aan de Zaan komt voor een mooie wandeling. „Ik vind het enig om hier te zijn. Het is toch fantastisch wat hier georganiseerd is. En dat met zulk mooi weer.” Haar man is slecht ter been, maar dat weerhield Van der Lingen niet om naar het festival te komen. „Toen ik de nieuwe Vogels (het tijdschrift van de Vogelbescherming) kreeg, heb ik direct de datum in mijn agenda genoteerd.” Zichtbaar genietend loopt ze verder.

Onder de deelnemers aan de twee uur durende excursie naar de observatiehut op het Wigbelseiland is een vrouw met kennis van paddestoelen. „Zie je daar de zeldzame judasoor op die dode vlier?” Weer een ander weet te vertellen over de mestkevers op het pad en iemand deelt mee dat er zo’n 45 soorten libelles en juffers in Nederland voorkomen.

Het gepraat verstomt bij de observatiehut, met uitzicht op de Oostvaardersplassen. Daar zien de deelnemers een zilverreiger, een lepelaar, dodaarzen en vele andere watervogels. Hier komen de duizenden voor. Nu richten de kijkers zich op al het leven in het water. Paniek breekt uit als een bruine kiekendief zich boven het water laat zien. Alle vogels zijn van slag.

De man met de megatelescoop is de eerste die weer van zich laat horen. „Ik zie een smient”, zegt hij. „Waar?” vraagt een ander. De man antwoordt: „Die eend die onderduikt”, waarop een 14-jarige knaap zegt: „Dat zal dan wel een tafeleend zijn, want een smient grondelt niet.”

De jongen uit Hoorn -„Ik ga binnenkort weer terug naar het zendingsveld in Ivoorkust”- kent vrijwel alle Nederlandse vogels. De excursie naar Wigbelseiland heeft hem niet gegeven wat hij zich had voorgesteld. „Ik vond het een beetje tegenvallen”, reageert hij. Maar meteen klaart hij weer op. „Hoorde je dat? Dat was volgens mij een oeverloper.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer