Boer met waterschade krijgt niets
Het kabinet is niet van plan boeren en tuinders die door de hevige regenval waterschade hebben opgelopen, financieel tegemoet te komen. Agrariërs kunnen zich sinds maart verzekeren tegen die schade, dus de overheid hoeft niet bij te springen, aldus premier Balkenende.
De minister-president gaf vrijdag na afloop van de ministerraad aan zich zorgen te maken om de agrariërs, die veel last hebben van de overvloedige regenval. „Het is een trieste toestand”, aldus de premier.
Toch kan hij niets voor de getroffen boeren en tuinders betekenen, zei hij. Boeren kunnen sinds maart dit jaar bij een bedrijf een verzekering afsluiten voor waterschade. „Als de overheid dan gaat betalen, is dat geen goed signaal.”
Ook wil hij niets weten van steun via bijvoorbeeld een renteloze lening. De boeren kunnen evenmin een beroep doen op de Wet tegemoetkoming schade (WTS), omdat dan sprake moet zijn van een ramp. En dat is volgens de premier niet het geval.
Voorzitter G. Doornbos van LTO Nederland is verbaasd over de uitlatingen van Balkenende. „We hebben nog helemaal geen schadevergoeding gevraagd.” Volgens Doornbos sluit de premier zijn ogen voor de problemen en wil hij door het „voorbarige” commentaar zijn verantwoordelijkheid ontlopen.
Bovendien vindt de voorzitter van de boerenorganisatie het argument dat er al een verzekering is, geen hout snijden. De eigen verzekering van LTO kan namelijk pas volgend jaar ingaan, vanwege de eisen die de overheid op het laatste moment heeft gesteld, stelt Doornbos. De enige commerciële verzekering van dit moment biedt volgens hem geen echt alternatief.
De Tweede Kamer liet zich de afgelopen dagen al horen over de problemen waarin sommige agrariërs verkeren. CDA, VVD en PvdA willen van het kabinet opheldering over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de nieuwe verzekering tegen waterschade. PvdA-kamerlid Waalkens is het met Balkenende eens dat het Rijk verzekerbare risico’s niet over moet nemen. Toch kan de overheid volgens hem meer doen dan zij nu doet. „Lokaal moeten overheden, waterschappen en boeren met elkaar om tafel om te bezien welke preventieve maatregelen mogelijk zijn.” Verder wil Waalkens dat in de meest getroffen gebieden, Zeeland, het Westland en West-Friesland, gemeenten met boerenorganisaties om tafel gaan om te onderzoeken welke mogelijkheden het Bijstandsbesluit Zelfstandigen de boeren biedt.
Veerman heeft vrijdag besloten dat boeren dit jaar twee weken langer dierlijke mest op hun land mogen uitrijden. Normaal gesproken mag deze mest niet op het land verspreid worden tussen 1 september en 31 januari. Omdat de gewassen de voedingsstoffen dan amper gebruiken, komen in die periode te veel mineralen in de sloten en meren terecht.
Door de extreme regenval van de afgelopen weken hebben boeren echter amper de kans gehad om de mest uit te rijden. Veerman heeft daarom besloten de mestperiode te verlengen tot 15 september. De verlenging geldt alleen voor zand- en lössgronden.
LTO Nederland is blij met de verlenging. Wel had de boerenorganisatie liever gezien dat Veerman de langere uitrijperiode tot regel had gemaakt in plaats van een eenmalige regeling.