VVD wil af van ’paternalistisch’ productschap
De VVD–fractie in de Tweede Kamer wil af van het verplicht lidmaatschap van productschappen en andere publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties (PBO) voor ondernemers. Horecabazen, boeren en vissers moeten zelf kunnen bepalen hoe zij hun belangen laten verdedigen.
Betuttelend, duur voor ondernemers en paternalistisch noemt VVD–Kamerlid Aptroot de product– en bedrijfsschappen. Volgens hem wordt het draagvlak voor de schappen onder de ondernemers steeds kleiner. De verplichte belangenbehartiging van de schappen vindt hij „niet meer van deze tijd".
De PBO’s zijn in 1948 bij wet geregeld en bundelen groepen ondernemers van een bepaalde sector als de tuinbouw, horeca en visserij. Naast belangenbehartiging en promotie nemen zij ook bepaalde uitvoerende overheidstaken voor hun rekening.
Als voorbeeld van het verminderde draagvlak voor de schappen noemt Aptroot de 4000 faxen, die hij deze week van de Nieuwe Vrije Agrarische Federatie (NVAF) kreeg. Hierin geven tuinders aan niet tevreden te zijn over het Productschap Tuinbouw. Ook groepen horecaondernemers, boomkwekers en vissers willen volgens hem af van het systeem van verplichte deelname aan de PBO’s.
De gang van zaken rond de product– en bedrijfsschappen wordt eens per vijf jaar tegen het licht gehouden. Komend najaar moet dat weer gebeuren. Vorig jaar heeft de Tweede Kamer bij motie van Aptroot bepaald dat die extra kritisch wordt geëvalueerd en dat er tussentijds geen nieuwe productschappen opgezet mogen worden. De komst van een PBO voor de watersportindustrie is daarmee voorlopig tegengehouden.
De PvdA steunde vorig jaar de motie–Aptroot, maar gaat niet zo ver dat ze alle productschappen wil opheffen, aldus Kamerleid Heemskerk. Volgens hem moet een aantal productschappen blijven bestaan, in een gemoderniseerde vorm.
Het Productschap Tuinbouw (PT) eist donderdag in een brief aan het kabinet dat de regering „snel" een standpunt inneemt over de toekomst van de schappen. Volgens de organisatie heeft de regering sinds eind vorig jaar het laatste (periodieke) evaluatierapport in handen. Het uitblijven van een kabinetsreactie hierop heeft tot gevolg gehad dat „speculaties over de toekomst van de schappen toenemen". Van verminderd draagvlak is volgens het PT geen sprake. „De dragende (achttien, red.) organisaties van het PT staan unaniem achter het schap en willen dit instrument ook voor de toekomst behouden."