Korenwolf doet het nog niet goed
Allerlei maatregelen om de populatie korenwolven in Zuid-Limburg uit te breiden hebben nog niet echt geholpen. Het blijft de komende jaren nodig om korenwolven ofwel Europese hamsters te fokken en uit te zetten om uitsterven van de soort te voorkomen.
Dat concluderen onderzoekers van de Wageningen Universiteit and Researchcentrum (WUR) en de Zoogdiervereniging. Zij hebben de ontwikkeling van de korenwolf tussen 2015 en 2018 gevolgd. Het rapport daarvan is vrijdag aangeboden aan Limburgse boeren tijdens een bijeenkomst van de International Hamster Working Group.
Tien jaar geleden sloegen natuurbeschermers alarm omdat het heel slecht ging met de korenwolf in Nederland. Dat leidde tot maatregelen, waaronder hamstervriendelijk beheer op landbouwpercelen. Nu blijkt dat de populatie nog steeds veel te klein is om slechte jaren te kunnen opvangen. Zo had het dier veel te lijden van de zeer natte jaren 2016 en 2017. Toen zijn veel korenwolven verdronken tijdens hevige regenbuien.
Op hamstervriendelijke landbouwpercelen deed het beestje het wel goed volgens de onderzoekers Maar die stukken grond lagen veel te ver uit elkaar om verspreiding van de dieren te bevorderen. Eigenlijk zou op elk graanperceel in Zuid-Limburg hamsterbeheer nodig zijn om een populatie op te bouwen die zichzelf in stand kan houden, menen de onderzoekers.
Korenwolven zijn uiteraard dol op graan, maar ook op rammenas en luzerne. Graan wordt steeds minder verbouwd, maar luzerne is in opkomst in de biologische landbouw. Het is een veevoer dat ook stikstof bindt. De onderzoekers verwachten dan ook veel van de kringlooplandbouw die momenteel veel aandacht krijgt.